Het nieuwe kunstwerk ‘Staging Shadows’ laat zien dat niets is wat het lijkt. Een naald wordt een schoorsteen, en cellofaan een gebergte. Kunstenaar Roos van Haaften toverde medische hulpmiddelen om tot een zinsbegoocheling. Want wanneer is iets echt?
Tekst: Sandra Smets • Foto: Marieke de Lorijn
at je eigen ogen je kunnen bedriegen, bewijst het kunstwerk dat Roos van Haaften in opdracht maakte voor de hal van de nieuwe verpleegafdeling G5 op locatie AMC. Wie daarnaar kijkt, zal in eerste instantie vooral een prachtige tekening van een sfeervol landschap zien. Links staat een eenzaam huis aan een meer, omringd door bergen met aan de overzijde van de bergkam een klein dorpje met kerk. Daarnaast is het landschap vooral weids en onherbergzaam totdat uiteindelijk helemaal rechts, vele kilometers verder, het land industrieel wordt. Achter een spoortunnel staan fabrieksschoorstenen die de horizon vervuilen.
Alleen… dit is geen tekening. Wie beter kijkt, ziet dat dit ogenschijnlijke landschap een lichtprojectie is. De schaduwen worden gevormd door minuscule onderdelen van medische objecten: een chirurgische naald, een hechtdraad, schroefjes uit afgedankt ziekenhuismateriaal. “Ik hoop dat mensen gaan zitten puzzelen op wat ze precies zien,” zegt Van Haaften in haar atelier in de Amsterdamse Jordaan, waar de constructie van het kunstwerk met lampen en glasplaten bijna klaar is. “Het lijkt een nostalgisch landschap waar mensen graag in gedachten in ronddwalen en dat gun ik ze, maar tegelijk laat ik zien dat het 2023 is en ze in een ziekenhuis staan te kijken naar een chirurgisch tangetje dat die schaduwen werpt.” In de installatie bouwt ze kijkvensters in, die verklappen hoe tangetjes en schroefjes dit verraderlijke schaduwlandschap veroorzaken.
Detail van het kunstwerk
Detail van het kunstwerk
Die instrumenten kreeg ze van Amsterdam UMC. De afdeling Kunstzaken die haar de opdracht gaf, koppelde haar aan Stefan Blok en Harry Oussoren, deskundig op het gebied van steriele medische hulpmiddelen. Ze vertelden haar alles over het hergebruik en de tijdelijkheid ervan. “Toen kreeg ik deze verrukkelijke spullen mee,” zegt ze en wijst naar de werkbank waar ze staan uitgestald naast een pak tarwebloem: daarmee maakt ze arceringen. Met deze opdracht is ze een jaar bezig, steeds schuiven, proberen, opnieuw beginnen. “Ik kan twee dagen doen over de transparantie van een horizonlijn.”
Het boeiende is dat ze niet tevoren weet wat voor schaduwen een tangetje of cellofaan oplevert, hoewel ze daarin intussen wel ervaren is. “Als ik door de stad loop en weggegooide spullen zie, denk ik altijd ‘wat zou dat voor schaduwen geven?’” Ze werkt met doodgewone objecten. De belichte visioenen die ze daarmee maakt zijn een combinatie van betovering en techniek, alhoewel een schoonmaker in een galerie een keer vooral rotzooi zag, omdat het licht ervan uit was. Die heeft haar kunstwerk toen ‘opgeruimd’. “De ultieme desillusie,” zegt Van Haaften daarover begripvol: “Als het licht uit is, is het ook niks. Het is van niets iets maken.”
Menno Dudok van Heel en Sabrina Kamstra van de afdeling Kunstzaken zagen haar werk op tentoonstellingen, en zo raakten ze in gesprek. Ze vertelden haar hoe ze via kunst de buitenwereld – bijvoorbeeld een landschap – het ziekenhuis in willen brengen. Op de verpleegafdelingen is op elke verdieping naast de lift een ondiepe nis voor kunstopdrachten gereserveerd. Daarvoor bouwde Van Haaften dit werk, ruim drie meter breed. Dat formaat was een buitenkans: altijd al had ze eens zo’n langgerekt landschap willen maken.
Maar, dat betekende ook nieuwe uitdagingen. Ze kon niet werken met de losse lampen die ze doorgaans op de grond zet. Met lichtontwerper Marc Breed stemde ze dit af, ook de mate van licht in een nooit donkere hal. Zo’n lichte omgeving is lastig, maar het spreekt haar ook aan, zegt ze: “In een tentoonstelling waar het wél pikdonker kan zijn, verlies je je in de illusie, terwijl je in zo’n lichte functionele ruimte beseft dat je in het echte leven staat.”
Het spel tussen echt en onecht
Dat spel tussen echt en onecht boeit haar doordat ze oorspronkelijk een theateropleiding heeft gevolgd. Met theater wilde ze de ‘vierde wand’ doorbreken: dat acteurs contact met het publiek leggen, en zo toegeven dat ze toneel spelen. Dat doet ze nu als kunstenaar in feite nog steeds. “Ik vind het prima als mensen verdrinken in dat romantische panorama, maar ik hoop dat ze toch ook kijken naar die rotzooi op het plankje. Dat ze zien dat het een manipulatie is, en bij zichzelf het verlangen herkennen om iets te zien wat niet bestaat.”
Want daarmee komt ze in feite op een fundamentele vraag: wanneer is iets echt? Dat is waar het haar om gaat. “We kennen de wereld deels via kranten en foto’s, althans, zo voelt dat. Zelf heb ik niet veel gereisd, toch heb ik via mijn beeldscherm een indruk van locaties over de hele wereld. Op mijn netvlies staan beelden van plekken waar ik zelf nooit ben geweest. Hoe echt is dat? En maken mediabeelden misschien meer indruk op ons dan het alledaagse leven om ons heen? Dat puzzelen tussen realiteiten zit ook in dit werk. Want zie je een naaldje of de fabriekspijp die uit de schaduw ontstaat? Wat ervaar je als het meest echt, en waar begint de verwondering? Oftewel, hoe willen we de wereld zien?” •
Roos van Haaften
Menno Dudok van Heel en Sabrina Kamstra van de afdeling Kunstzaken zagen haar werk op tentoonstellingen, en zo raakten ze in gesprek. Ze vertelden haar hoe ze via kunst de buitenwereld – bijvoorbeeld een landschap – het ziekenhuis in willen brengen. Op de verpleegafdelingen is op elke verdieping naast de lift een ondiepe nis voor kunstopdrachten gereserveerd. Daarvoor bouwde Van Haaften dit werk, ruim drie meter breed. Dat formaat was een buitenkans: altijd al had ze eens zo’n langgerekt landschap willen maken.
Maar, dat betekende ook nieuwe uitdagingen. Ze kon niet werken met de losse lampen die ze doorgaans op de grond zet. Met lichtontwerper Marc Breed stemde ze dit af, ook de mate van licht in een nooit donkere hal. Zo’n lichte omgeving is lastig, maar het spreekt haar ook aan, zegt ze: “In een tentoonstelling waar het wél pikdonker kan zijn, verlies je je in de illusie, terwijl je in zo’n lichte functionele ruimte beseft dat je in het echte leven staat.”
Het spel tussen echt en onecht
Dat spel tussen echt en onecht boeit haar doordat ze oorspronkelijk een theateropleiding heeft gevolgd. Met theater wilde ze de ‘vierde wand’ doorbreken: dat acteurs contact met het publiek leggen, en zo toegeven dat ze toneel spelen. Dat doet ze nu als kunstenaar in feite nog steeds. “Ik vind het prima als mensen verdrinken in dat romantische panorama, maar ik hoop dat ze toch ook kijken naar die rotzooi op het plankje. Dat ze zien dat het een manipulatie is, en bij zichzelf het verlangen herkennen om iets te zien wat niet bestaat.”
Want daarmee komt ze in feite op een fundamentele vraag: wanneer is iets echt? Dat is waar het haar om gaat. “We kennen de wereld deels via kranten en foto’s, althans, zo voelt dat. Zelf heb ik niet veel gereisd, toch heb ik via mijn beeldscherm een indruk van locaties over de hele wereld. Op mijn netvlies staan beelden van plekken waar ik zelf nooit ben geweest. Hoe echt is dat? En maken mediabeelden misschien meer indruk op ons dan het alledaagse leven om ons heen? Dat puzzelen tussen realiteiten zit ook in dit werk. Want zie je een naaldje of de fabriekspijp die uit de schaduw ontstaat? Wat ervaar je als het meest echt, en waar begint de verwondering? Oftewel, hoe willen we de wereld zien?” •
Detail van het kunstwerk
Die instrumenten kreeg ze van Amsterdam UMC. De afdeling Kunstzaken die haar de opdracht gaf, koppelde haar aan Stefan Blok en Harry Oussoren, deskundig op het gebied van steriele medische hulpmiddelen. Ze vertelden haar alles over het hergebruik en de tijdelijkheid ervan. “Toen kreeg ik deze verrukkelijke spullen mee,” zegt ze en wijst naar de werkbank waar ze staan uitgestald naast een pak tarwebloem: daarmee maakt ze arceringen. Met deze opdracht is ze een jaar bezig, steeds schuiven, proberen, opnieuw beginnen. “Ik kan twee dagen doen over de transparantie van een horizonlijn.”
Het boeiende is dat ze niet tevoren weet wat voor schaduwen een tangetje of cellofaan oplevert, hoewel ze daarin intussen wel ervaren is. “Als ik door de stad loop en weggegooide spullen zie, denk ik altijd ‘wat zou dat voor schaduwen geven?’” Ze werkt met doodgewone objecten. De belichte visioenen die ze daarmee maakt zijn een combinatie van betovering en techniek, alhoewel een schoonmaker in een galerie een keer vooral rotzooi zag, omdat het licht ervan uit was. Die heeft haar kunstwerk toen ‘opgeruimd’. “De ultieme desillusie,” zegt Van Haaften daarover begripvol: “Als het licht uit is, is het ook niks. Het is van niets iets maken.”
Roos van Haaften
at je eigen ogen je kunnen bedriegen, bewijst het kunstwerk dat Roos van Haaften in opdracht maakte voor de hal van de nieuwe verpleegafdeling G5 op locatie AMC. Wie daarnaar kijkt, zal in eerste instantie vooral een prachtige tekening van een sfeervol landschap zien. Links staat een eenzaam huis aan een meer, omringd door bergen met aan de overzijde van de bergkam een klein dorpje met kerk. Daarnaast is het landschap vooral weids en onherbergzaam totdat uiteindelijk helemaal rechts, vele kilometers verder, het land industrieel wordt. Achter een spoortunnel staan fabrieksschoorstenen die de horizon vervuilen.
Alleen… dit is geen tekening. Wie beter kijkt, ziet dat dit ogenschijnlijke landschap een lichtprojectie is. De schaduwen worden gevormd door minuscule onderdelen van medische objecten: een chirurgische naald, een hechtdraad, schroefjes uit afgedankt ziekenhuismateriaal. “Ik hoop dat mensen gaan zitten puzzelen op wat ze precies zien,” zegt Van Haaften in haar atelier in de Amsterdamse Jordaan, waar de constructie van het kunstwerk met lampen en glasplaten bijna klaar is. “Het lijkt een nostalgisch landschap waar mensen graag in gedachten in ronddwalen en dat gun ik ze, maar tegelijk laat ik zien dat het 2023 is en ze in een ziekenhuis staan te kijken naar een chirurgisch tangetje dat die schaduwen werpt.” In de installatie bouwt ze kijkvensters in, die verklappen hoe tangetjes en schroefjes dit verraderlijke schaduwlandschap veroorzaken.
Tekst: Sandra Smets • Foto: Marieke de Lorijn
“Het lastige is dat de ARRIVE-trial niet zo makkelijk naar de Nederlandse situatie te vertalen is omdat de deelnemende vrouwen vaak veel overgewicht en andere risico’s hadden. Niet helemaal laagrisico dus. Ook keken al deze onderzoeken naar de kortetermijnresultaten, zoals kindersterfte en ernstige problemen kort na de geboorte. Maar er is niet onderzocht wat de eventuele langetermijneffecten van inleiden kunnen zijn, zoals op de cognitieve ontwikkeling van het kind,” aldus Ganzevoort. “Wij hebben nu naar deze langetermijneffecten gekeken.”
Lagere scores
Burger legt uit: ”Voor ons registratie-onderzoek gebruikten we hiervoor de gegevens van 226.684 Nederlandse kinderen uit de perinatale registratie, dat wil zeggen de hele periode van de zwangerschap tot na de bevalling, geboren na een zwangerschap zonder grote problemen.
Het nieuwe kunstwerk ‘Staging Shadows’ laat zien dat niets is wat het lijkt. Een naald wordt een schoorsteen, en cellofaan een gebergte. Kunstenaar Roos van Haaften toverde medische hulpmiddelen om tot een zinsbegoocheling. Want wanneer is iets echt?