De Anatomische Les
Als het lichaam
altijd honger heeft
De Anatomische Les

Een cruciale ontdekking: zo noemt de Britse hoogleraar Metabolisme en geneeskunde Sadaf Farooqi het moment waarop zij een genetische oorzaak van obesitas vaststelde. Sindsdien strijdt zij voor een beter begrip van mensen met zwaar overgewicht. Farooqi haalt haar kracht uit de persoonlijke verhalen van patiënten, vertelt ze in een bevlogen interview in Cambridge. In november spreekt ze in Amsterdam de 30e Anatomische Les uit.

Tekst: Stijn Dunk Foto: Marieke de Lorijn

"H

et voelt eervol en ook nederig zodra je je realiseert dat door het werk van jou en je team, je een groot verschil hebt kunnen maken in iemands leven. Een bijzonder voorbeeld is het meisje met obesitas dat de eerste patiënt was bij wie we het ontbreken van het hormoon leptine vaststelden. Leptine reguleert je appetite, de mate van honger die je hebt. Als dat mechanisme niet functioneert, heeft je lichaam voortdurend honger. Hetzelfde meisje was ook de eerste die we vervolgens behandelden door het toedienen van datzelfde hormoon. Ze genas uiteindelijk volledig en leidt al lange tijd een normaal leven. Sterker: ze is als eerste van haar familie gaan studeren, is nu apotheker en heeft een gelukkig gezin. Ik heb nog regelmatig contact met haar. Behalve dankbaar is ze zich er ook heel erg van bewust dat zij de eerste was bij wie we deze ontdekking deden. Ze voelt zich een pionier, die het pad heeft gebaand voor de behandeling van andere patiënten.”

Cruciale ontdekking

Wetenschappelijk gezien een ‘groots moment’, noemt Farooqi de ontdekking van het verband tussen enerzijds het niet-functioneren van het hormoon leptine en anderzijds de oncontroleerbare zin in eten bij deze groep patiënten. Een ontdekking die ze eind jaren 90 deed als jonge PhD-onderzoeker. “Het was het eerste directe bewijs dat een defect in de menselijke genen obesitas kan veroorzaken. Hetzelfde effect was eerder bij muizen vastgesteld en daar bleek het toedienen van leptine succesvol. Er was goede reden om te denken dat het bij mensen ook zo werkte. Maar dat moet dan altijd nog wel blijken: de ontdekkingen die we deden bij dit meisje waren cruciaal.”

Farooqi vergeet nooit het moment waarop het jonge meisje eten weigerde dat haar werd aangeboden. “Het was de eerste trial waarin we iemand leptine toedienden en dus waren we ongelofelijk voorzichtig. Ik zat de hele dag aan haar ziekenhuisbed om te zien of ze ok was, en wat er met haar gebeurde. Op de vierde dag begon de leptine zichtbaar te werken: het meisje duwde een bord met eten weg dat de verpleegkundige haar aanbod. Haar moeder barstte in huilen uit. Dit had ze nog nooit meegemaakt. Ik was zelf ook emotioneel; het was ons gelukt om natuurlijk menselijk gedrag ten goede te veranderen. Mijn drijfveer als arts is altijd geweest: wat kan ik doen om patiënten te helpen, om hun levens beter te maken? Als je dat dan zo tastbaar voor je ziet, geeft dat een bijzonder gevoel.”

Vijandige reacties

De boodschap dat obesitas deels ook een biologische, erfelijke oorzaak heeft, was eind vorige eeuw een heel nieuw geluid. Zowel in de maatschappij als in de academische wereld. De gevestigde mening was dat mensen met zwaar overgewicht de schuld konden geven aan twee zaken: zichzelf en de samenleving. Meer bewegen, minder eten en minder goedkoop aanbod van ongezond voedsel, dat waren de bekende oplossingen. “De algemene overtuiging in de medische wereld was dat voor het mondiaal snelgroeiende probleem van obesitas omgevingsfactoren de drijvende oorzaak waren”, vertelt Farooqi. “Voor een biologische basis zou geen bewijs bestaan. Daarom kreeg ik bij de presentatie van mijn onderzoek regelmatig behoorlijk vijandige reacties. Terwijl je zou denken dat je zulke harde feiten niet in twijfel kunt trekken. Het leek soms alsof medici niet wilden geloven dat het echt was.”

‘We leverden het eerste directe bewijs dat een defect in de menselijke genen obesitas kan veroorzaken’

Als gevolg van deze scepsis werd haar aanvraag voor financiering van vervolgonderzoek in eerste instantie afgewezen. “Ze dachten niet dat we op dit gebied nog iets nieuws zouden vinden.” Daarom bedacht Farooqi een eigen, goedkopere route: ze vroeg artsen in het hele land die kinderen met obesitas behandelden hun gegevens te delen. Dit leidde uiteindelijk tot de databank GOOS (Genetics of Obesity Study). “Mede dankzij deze zelf verzamelde data vonden we nog meer genetische mutaties die een verhoogd risico geven op zwaar overgewicht.” In de loop der jaren zijn er inmiddels circa 35 van zulke ‘obesitas-genen’ opgespoord dankzij de research van Farooqi en anderen. 

De meest voorkomende daarvan is verbonden aan de melanocortine-4-receptor (MC4R). Die receptor speelt een sleutelrol in het handhaven van een stabiel lichaamsgewicht en de onderdrukking van eten. Mensen bij wie MC4R niet goed werkt, hebben een hoog risico op zwaar overgewicht, vaak al op heel jonge leeftijd. Dankzij onderzoek van Farooqi en collega's is het gelukt om een remedie te vinden: het medicijn setmelanotide activeert de werking van de receptor en kan daarmee de ‘onstilbare honger’ bij patiënten bestrijden. 

Geen vrije wil

Farooqi benadrukt wat voor enorme impact obesitas heeft op het dagelijks leven van mensen. “Naast zware medische klachten, dragen ze ook sociaal gezien een grote last. Ze worden vaak gepest, vallen vaker uit op school, komen moeilijk aan werk. En dan krijgen ze ook nog eens vaak zelf de schuld van hun situatie.” Onterecht, vindt ze. “Ons werk toont dat bepaalde mensen beduidend meer risico op zwaar overgewicht hebben als gevolg van hun genetisch profiel. Dat geldt niet alleen voor de kleine groep die een aanwijsbaar genetisch defect heeft. Bij veel mensen heeft de samenstelling van hun DNA een effect op de kans dat zij een gezond of ongezond gewicht hebben. Dan kun je niet meer spreken van een vrije wil in dit opzicht, zoals veel beleidsmakers en artsen lang gedaan hebben. Er is te vaak beweerd dat mensen met obesitas lui en ongemotiveerd zijn. Ik voel het als een missie om dat negatieve beeld tegen te spreken, door te wijzen op de wetenschappelijke feiten.”

Ze vertelt dat ze zojuist een mail heeft beantwoord van een Duitse collega-arts, die vroeg om haar advies. “Ze dreigden een jonge patiënt uit huis te plaatsen, omdat ze dachten dat de ouders door een slechte opvoeding verantwoordelijk waren voor zijn obesitas. Hij vroeg of ik in de genetische informatie wilde kijken of er biologische factoren meespelen.” In Engeland wist Farooqi samen met collega’s zo’n uithuiszetting te verijdelen in een gezin waar alle vier de kinderen dezelfde genetische afwijking hadden die leidde tot obesitas. “We hebben het beeld van dit gezin bij de hulpverlening en de autoriteiten compleet weten te veranderen. Door onze inzichten te delen en de situatie te verklaren, kregen de ouders juist extra hulp in plaats van dat hun kinderen werden weggehaald.”

Fastfood terugdringen

Hoezeer Farooqi ook een voorvechter is van het biologische verhaal achter obesitas, ze heeft zeker oog voor de grote maatschappelijke dimensie ervan. “Het is heel helder dat het grote aanbod van goedkoop, calorierijk voedsel in onze samenleving een enorme aanjager van obesitas is. Dus als je obesitas als gezondheidsprobleem wilt tackelen, moet je de toegang tot dit voedsel beperken. Het meest effectief is het duurder maken van ongezond eten via de belastingen. Tegelijk moet je de drempel voor fruit en ander gezond voedsel verlagen door het goedkoper en aantrekkelijker te maken.” Wat vindt ze van verdergaande maatregelen zoals het instellen van een wettelijk maximum van fastfoodrestaurants in kwetsbare wijken? Zo’n maatregel werd vorig jaar geopperd door public-healthonderzoekers van Amsterdam UMC in een advies aan de gemeente Amsterdam. “Een interessant idee. We moeten zeker dit soort overheidsmaatregelen nemen. En soms moet je ook de vrije keuze van mensen durven beperken. We weten alleen vaak niet welk beleid precies werkt.”

‘Er is te vaak beweerd dat mensen met obesitas lui en ongemotiveerd zijn. Ik voel het als een missie om dat negatieve beeld tegen te spreken’

Wat werkt, en wat niet? Die vraag is de heilige graal van veel wetenschappers. Zeker in de medische wetenschap waarin veel concreet, toegepast onderzoek wordt gedaan. “De reden dat ik geneeskunde ging studeren en onderzoek ging doen, was dat ik een verklaring en wellicht ook een behandeling wilde vinden voor dingen die we nog niet begrijpen. Daarom heb ik me altijd gericht op ziektes en thema’s die nog niet goed in kaart waren gebracht, waar nog echt iets te ontdekken viel.” Dat lukte Farooqi al vroeg tijdens haar promotieonderzoek. Daarna is ze die academische ontdekkingsreiziger gebleven, die de vele nieuwe technieken en ontwikkelingen rond het genetisch onderzoek dankbaar omarmt en gebruikt: “Zo zijn nu we bezig met een bijzonder project om de werking van hormonen en cellen en de interactie daartussen in het menselijk lichaam minutieus vast te leggen. Met behulp van een zeer geavanceerde techniek kan dat nu op een veel grotere schaal. Daardoor komen er allerlei nieuwe verbanden aan het licht, en kunnen we grotere vragen beantwoorden. Die nieuwe verbanden blijken ook uit de zeer recente publicatie in het wetenschappelijke tijdschrift Cell, waarin Farooqi en anderen constateren dat het ontbreken van een bepaald gen niet alleen leidt tot obesitas maar ook tot postnatale depressie en andere psychische klachten.

Mensen zoals jij

Durfde Farooqi over dit soort ambitieuze projecten te dromen in de tijd dat ze geneeskundestudent was? “Mijn beide ouders waren arts dus ik wist dat dat bereikbaar was. Toch was het zeker niet vanzelfsprekend dat ik zo ver gekomen ben in de medische wetenschap. Als vrouw en vooral als vrouw met een andere culturele achtergrond heb ik vaak weerstand ondervonden. En ik moest extra hard werken om te slagen. ‘Mensen zoals jij krijgen dit fellowship niet’, heb ik vaak gehoord. ‘Mensen zoals jij krijgen deze baan niet’. Zulke reacties motiveerden me alleen maar meer en ik kan je zeggen dat het uitermate veel voldoening geeft als het dan lukt”, lacht ze triomfantelijk. “Vorig jaar heb ik me in Cambridge aangesloten bij het Murray Edwards College waar alle leden vrouw zijn, vaak met een multiculturele achtergrond. Ik hoop dat zij zich in iemand zoals ik herkennen. Ik kan ze vertellen dat als ze tegenstand krijgen, ze gewoon door moeten gaan en in zichzelf moeten geloven. Dan is alles mogelijk.”

‘Mijn drijfveer als arts is altijd geweest: wat kan ik doen om patiënten te helpen, om hun levens beter te maken?’

Sadaf Farooqi

Sadaf Farooqi is arts-onderzoeker en hoogleraar Metabolism and Medicine aan de Universiteit van Cambridge. Ze identificeerde de belangrijkste genetische oorzaken van obesitas. Farooqi is een Wellcome Trust Senior Research fellow in de Klinische Wetenschappen en werkt als medisch specialist bij het Addenbrooke's Hospital in Cambridge. In 2013 werd zij verkozen tot Fellow of the Academy of Medical Sciences, in 2021 volgde een benoeming tot Fellow of the Royal Society. In 2019 ontving Farooqi de Outstanding Scientific Achievement Award van de American Diabetes Association.

De Anatomische Les

Elk jaar organiseert Amsterdam UMC De Anatomische Les. Een internationaal vooraanstaande wetenschapper geeft daarbij een publiekslezing op het snijvlak van geneeskunde en maatschappij. De 30e Anatomische Les, met de lezing van Sadaf Farooqi, vindt dit jaar plaats op 21 november in het Concertgebouw Amsterdam. Klik hier voor meer informatie en om de edities van voorgaande jaren terug te kijken.

JANUS  •  populair-wetenschappelijk tijdschrift Amsterdam UMC 
Als het lichaam
altijd honger heeft
De Anatomische Les

Wat werkt, en wat niet? Die vraag is de heilige graal van veel wetenschappers. Zeker in de medische wetenschap waarin veel concreet, toegepast onderzoek wordt gedaan. “De reden dat ik geneeskunde ging studeren en onderzoek ging doen, was dat ik een verklaring en wellicht ook een behandeling wilde vinden voor dingen die we nog niet begrijpen. Daarom heb ik me altijd gericht op ziektes en thema’s die nog niet goed in kaart waren gebracht, waar nog echt iets te ontdekken viel.” Dat lukte Farooqi al vroeg tijdens haar promotieonderzoek. Daarna is ze die academische ontdekkingsreiziger gebleven, die de vele nieuwe technieken en ontwikkelingen rond het genetisch onderzoek dankbaar omarmt en gebruikt: “Zo zijn nu we bezig met een bijzonder project om de werking van hormonen en cellen en de interactie daartussen in het menselijk lichaam minutieus vast te leggen. Met behulp van een zeer geavanceerde techniek kan dat nu op een veel grotere schaal. Daardoor komen er allerlei nieuwe verbanden aan het licht, en kunnen we grotere vragen beantwoorden. Die nieuwe verbanden blijken ook uit de zeer recente publicatie in het wetenschappelijke tijdschrift Cell, waarin Farooqi en anderen constateren dat het ontbreken van een bepaald gen niet alleen leidt tot obesitas maar ook tot postnatale depressie en andere psychische klachten.

Mensen zoals jij

Durfde Farooqi over dit soort ambitieuze projecten te dromen in de tijd dat ze geneeskundestudent was? “Mijn beide ouders waren arts dus ik wist dat dat bereikbaar was. Toch was het zeker niet vanzelfsprekend dat ik zo ver gekomen ben in de medische wetenschap. Als vrouw en vooral als vrouw met een andere culturele achtergrond heb ik vaak weerstand ondervonden. En ik moest extra hard werken om te slagen. ‘Mensen zoals jij krijgen dit fellowship niet’, heb ik vaak gehoord. ‘Mensen zoals jij krijgen deze baan niet’. Zulke reacties motiveerden me alleen maar meer en ik kan je zeggen dat het uitermate veel voldoening geeft als het dan lukt”, lacht ze triomfantelijk. “Vorig jaar heb ik me in Cambridge aangesloten bij het Murray Edwards College waar alle leden vrouw zijn, vaak met een multiculturele achtergrond. Ik hoop dat zij zich in iemand zoals ik herkennen. Ik kan ze vertellen dat als ze tegenstand krijgen, ze gewoon door moeten gaan en in zichzelf moeten geloven. Dan is alles mogelijk.”

De Anatomische Les

Een cruciale ontdekking: zo noemt de Britse hoogleraar Metabolisme en geneeskunde Sadaf Farooqi het moment waarop zij een genetische oorzaak van obesitas vaststelde. Sindsdien strijdt zij voor een beter begrip van mensen met zwaar overgewicht. Farooqi haalt haar kracht uit de persoonlijke verhalen van patiënten, vertelt ze in een bevlogen interview in Cambridge. In november spreekt ze in Amsterdam de 30e Anatomische Les uit.

Tekst: Stijn Dunk Foto: Marieke de Lorijn

"H

et voelt eervol en ook nederig zodra je je realiseert dat door het werk van jou en je team, je een groot verschil hebt kunnen maken in iemands leven. Een bijzonder voorbeeld is het meisje met obesitas dat de eerste patiënt was bij wie we het ontbreken van het hormoon leptine vaststelden. Leptine reguleert je appetite, de mate van honger die je hebt. Als dat mechanisme niet functioneert, heeft je lichaam voortdurend honger. Hetzelfde meisje was ook de eerste die we vervolgens behandelden door het toedienen van datzelfde hormoon. Ze genas uiteindelijk volledig en leidt al lange tijd een normaal leven. Sterker: ze is als eerste van haar familie gaan studeren, is nu apotheker en heeft een gelukkig gezin. Ik heb nog regelmatig contact met haar. Behalve dankbaar is ze zich er ook heel erg van bewust dat zij de eerste was bij wie we deze ontdekking deden. Ze voelt zich een pionier, die het pad heeft gebaand voor de behandeling van andere patiënten.”

Cruciale ontdekking

Wetenschappelijk gezien een ‘groots moment’, noemt Farooqi de ontdekking van het verband tussen enerzijds het niet-functioneren van het hormoon leptine en anderzijds de oncontroleerbare zin in eten bij deze groep patiënten. Een ontdekking die ze eind jaren 90 deed als jonge PhD-onderzoeker. “Het was het eerste directe bewijs dat een defect in de menselijke genen obesitas kan veroorzaken. Hetzelfde effect was eerder bij muizen vastgesteld en daar bleek het toedienen van leptine succesvol. Er was goede reden om te denken dat het bij mensen ook zo werkte. Maar dat moet dan altijd nog wel blijken: de ontdekkingen die we deden bij dit meisje waren cruciaal.”

Farooqi vergeet nooit het moment waarop het jonge meisje eten weigerde dat haar werd aangeboden. “Het was de eerste trial waarin we iemand leptine toedienden en dus waren we ongelofelijk voorzichtig. Ik zat de hele dag aan haar ziekenhuisbed om te zien of ze ok was, en wat er met haar gebeurde. Op de vierde dag begon de leptine zichtbaar te werken: het meisje duwde een bord met eten weg dat de verpleegkundige haar aanbod. Haar moeder barstte in huilen uit. Dit had ze nog nooit meegemaakt. Ik was zelf ook emotioneel; het was ons gelukt om natuurlijk menselijk gedrag ten goede te veranderen. Mijn drijfveer als arts is altijd geweest: wat kan ik doen om patiënten te helpen, om hun levens beter te maken? Als je dat dan zo tastbaar voor je ziet, geeft dat een bijzonder gevoel.”

Vijandige reacties

De boodschap dat obesitas deels ook een biologische, erfelijke oorzaak heeft, was eind vorige eeuw een heel nieuw geluid. Zowel in de maatschappij als in de academische wereld. De gevestigde mening was dat mensen met zwaar overgewicht de schuld konden geven aan twee zaken: zichzelf en de samenleving. Meer bewegen, minder eten en minder goedkoop aanbod van ongezond voedsel, dat waren de bekende oplossingen. “De algemene overtuiging in de medische wereld was dat voor het mondiaal snelgroeiende probleem van obesitas omgevingsfactoren de drijvende oorzaak waren”, vertelt Farooqi. “Voor een biologische basis zou geen bewijs bestaan. Daarom kreeg ik bij de presentatie van mijn onderzoek regelmatig behoorlijk vijandige reacties. Terwijl je zou denken dat je zulke harde feiten niet in twijfel kunt trekken. Het leek soms alsof medici niet wilden geloven dat het echt was.”

‘We leverden het eerste directe bewijs dat een defect in de menselijke genen obesitas kan veroorzaken’

Als gevolg van deze scepsis werd haar aanvraag voor financiering van vervolgonderzoek in eerste instantie afgewezen. “Ze dachten niet dat we op dit gebied nog iets nieuws zouden vinden.” Daarom bedacht Farooqi een eigen, goedkopere route: ze vroeg artsen in het hele land die kinderen met obesitas behandelden hun gegevens te delen. Dit leidde uiteindelijk tot de databank GOOS (Genetics of Obesity Study). “Mede dankzij deze zelf verzamelde data vonden we nog meer genetische mutaties die een verhoogd risico geven op zwaar overgewicht.” In de loop der jaren zijn er inmiddels circa 35 van zulke ‘obesitas-genen’ opgespoord dankzij de research van Farooqi en anderen. 

De meest voorkomende daarvan is verbonden aan de melanocortine-4-receptor (MC4R). Die receptor speelt een sleutelrol in het handhaven van een stabiel lichaamsgewicht en de onderdrukking van eten. Mensen bij wie MC4R niet goed werkt, hebben een hoog risico op zwaar overgewicht, vaak al op heel jonge leeftijd. Dankzij onderzoek van Farooqi en collega's is het gelukt om een remedie te vinden: het medicijn setmelanotide activeert de werking van de receptor en kan daarmee de ‘onstilbare honger’ bij patiënten bestrijden. 

Geen vrije wil

Farooqi benadrukt wat voor enorme impact obesitas heeft op het dagelijks leven van mensen. “Naast zware medische klachten, dragen ze ook sociaal gezien een grote last. Ze worden vaak gepest, vallen vaker uit op school, komen moeilijk aan werk. En dan krijgen ze ook nog eens vaak zelf de schuld van hun situatie.” Onterecht, vindt ze. “Ons werk toont dat bepaalde mensen beduidend meer risico op zwaar overgewicht hebben als gevolg van hun genetisch profiel. Dat geldt niet alleen voor de kleine groep die een aanwijsbaar genetisch defect heeft. Bij veel mensen heeft de samenstelling van hun DNA een effect op de kans dat zij een gezond of ongezond gewicht hebben. Dan kun je niet meer spreken van een vrije wil in dit opzicht, zoals veel beleidsmakers en artsen lang gedaan hebben. Er is te vaak beweerd dat mensen met obesitas lui en ongemotiveerd zijn. Ik voel het als een missie om dat negatieve beeld tegen te spreken, door te wijzen op de wetenschappelijke feiten.”

Ze vertelt dat ze zojuist een mail heeft beantwoord van een Duitse collega-arts, die vroeg om haar advies. “Ze dreigden een jonge patiënt uit huis te plaatsen, omdat ze dachten dat de ouders door een slechte opvoeding verantwoordelijk waren voor zijn obesitas. Hij vroeg of ik in de genetische informatie wilde kijken of er biologische factoren meespelen.” In Engeland wist Farooqi samen met collega’s zo’n uithuiszetting te verijdelen in een gezin waar alle vier de kinderen dezelfde genetische afwijking hadden die leidde tot obesitas. “We hebben het beeld van dit gezin bij de hulpverlening en de autoriteiten compleet weten te veranderen. Door onze inzichten te delen en de situatie te verklaren, kregen de ouders juist extra hulp in plaats van dat hun kinderen werden weggehaald.”

Fastfood terugdringen

Hoezeer Farooqi ook een voorvechter is van het biologische verhaal achter obesitas, ze heeft zeker oog voor de grote maatschappelijke dimensie ervan. “Het is heel helder dat het grote aanbod van goedkoop, calorierijk voedsel in onze samenleving een enorme aanjager van obesitas is. Dus als je obesitas als gezondheidsprobleem wilt tackelen, moet je de toegang tot dit voedsel beperken. Het meest effectief is het duurder maken van ongezond eten via de belastingen. Tegelijk moet je de drempel voor fruit en ander gezond voedsel verlagen door het goedkoper en aantrekkelijker te maken.” Wat vindt ze van verdergaande maatregelen zoals het instellen van een wettelijk maximum van fastfoodrestaurants in kwetsbare wijken? Zo’n maatregel werd vorig jaar geopperd door public-healthonderzoekers van Amsterdam UMC in een advies aan de gemeente Amsterdam. “Een interessant idee. We moeten zeker dit soort overheidsmaatregelen nemen. En soms moet je ook de vrije keuze van mensen durven beperken. We weten alleen vaak niet welk beleid precies werkt.”

‘Er is te vaak beweerd dat mensen met obesitas lui en ongemotiveerd zijn. Ik voel het als een missie om dat negatieve beeld tegen te spreken’

JANUS • populair-wetenschappelijk tijdschrift

‘Mijn drijfveer als arts is altijd geweest: wat kan ik doen om patiënten te helpen, om hun levens beter te maken?’

Sadaf Farooqi

JANUS • populair-wetenschappelijk tijdschrift

Sadaf Farooqi is arts-onderzoeker en hoogleraar Metabolism and Medicine aan de Universiteit van Cambridge. Ze identificeerde de belangrijkste genetische oorzaken van obesitas. Farooqi is een Wellcome Trust Senior Research fellow in de Klinische Wetenschappen en werkt als medisch specialist bij het Addenbrooke's Hospital in Cambridge. In 2013 werd zij verkozen tot Fellow of the Academy of Medical Sciences, in 2021 volgde een benoeming tot Fellow of the Royal Society. In 2019 ontving Farooqi de Outstanding Scientific Achievement Award van de American Diabetes Association.

De Anatomische Les

Elk jaar organiseert Amsterdam UMC De Anatomische Les. Een internationaal vooraanstaande wetenschapper geeft daarbij een publiekslezing op het snijvlak van geneeskunde en maatschappij. De 30e Anatomische Les, met de lezing van Sadaf Farooqi, vindt dit jaar plaats op 21 november in het Concertgebouw Amsterdam. Klik hier voor meer informatie en om de edities van voorgaande jaren terug te kijken.