reportage
cardiologie aan huis
reportage

Cardiologische patiënten van Amsterdam UMC kunnen sinds dit jaar gebruikmaken van HartWacht. Met dit e-healthprogramma kunnen ze thuis onder andere de bloeddruk meten en een ECG maken. “Het aantal onnodige bezoeken aan de polikliniek kan hiermee drastisch worden verminderd.”

Tekst: Rob Buiter Foto: Marieke de Lorijn

Z

it je net op een Frans terrasje aan de wijn, belt je cardioloog: “Meneer, uw bloeddruk gaat de laatste tijd wat omhoog. Bent u misschien uw bloeddrukmedicatie vergeten?”

Het is geen scène uit een futuristische versie van Big Brother, maar een waargebeurd voorbeeld uit de praktijk van cardioloog Michiel Winter van Amsterdam UMC. “Deze meneer was een van de deelnemers aan ons e-healthprogramma HartWacht. Uit de wekelijkse meting van de bloeddruk die hij zelf deed, kwam een onverklaarbare stijging, dus dan gaat er automatisch een melding naar mij als behandelend cardioloog”, aldus Winter. “Dan bel ik even om te horen wat er aan de hand is.”

HartWacht is een e-healthprogramma dat in 2016 werd ontwikkeld door Cardiologie Centra Nederland (CCN) in samenwerking met Heart for Health. “Het is ontwikkeld vanuit de gedachte dat een belangrijk deel van de poliklinische zorg natuurlijk helemaal niet op locatie hoeft te worden verleend”, vertelt Winter, die behalve cardioloog in het Hartcentrum van Amsterdam UMC ook voorzitter is van de raad van bestuur van CCN. “Niet alleen je gewicht kun je heel makkelijk thuis bepalen; tegenwoordig kun je zonder tussenkomst van een professional ook de bloeddruk meten en zelfs een ECG maken.”

Voor dat laatste bestaan apparaatjes met de omvang van niet meer dan een dunne mueslireep. Je plaatst je linker- en je rechterwijsvinger op de twee metalen meetpuntjes en ziedaar: het apparaatje registreert keurig de elektrische activiteit van je hart. Ook voor het meten van de bloeddruk bestaan al heel lang apparaten die net zo laagdrempelig zijn als de weegschaal in je badkamer. “Het enige wat je dan technisch nog moet regelen, is dat de gegevens via je mobiele telefoon worden verstuurd naar een centraal punt”, legt Winter uit. “Maar dat is anno nu dus ook totaal geen probleem meer.”

24/7 monitoren

Dat ‘centrale punt’ is in dit geval de medische service centrale van CCN in Dokkum. Winter: “Op dit moment komen er gegevens binnen van 3.500 patiënten. De gegevens worden daar beoordeeld door een team van e-healthspecialisten. Dat zijn verpleegkundigen en doktersassistenten die, indien nodig, worden bijgestaan door een medisch specialist. Alleen bij afwijkingen worden de data doorgestuurd naar de behandelend specialist van de betreffende patiënt. In de praktijk blijkt dat dit nog maar om 3 tot 5 procent van alle verzamelde data gaat. Feitelijk is de dokter dus voor een heel groot deel uit de loop gehaald, waar het basale dataverzameling betreft”, stelt Winter tevreden vast.

De patiënt krijgt de meetapparatuur aan huis. 

De gegevens van de metingen - zoals het gewicht, de bloeddruk en de elektrische activiteit van het hart - worden digitaal doorgestuurd naar het centrale datacentrum.

Sinds een jaar wordt HartWacht ook gebruikt door het Hartcentrum van Amsterdam UMC. Het systeem is gekoppeld aan het elektronisch patiëntendossier (EPD), dus de cardioloog kan letterlijk 24/7 beschikken over de basale informatie die hij of zij nodig heeft om een patiënt te monitoren. Het systeem bevat drie modules: voor patiënten met hartfalen, met een chronisch hoge bloeddruk en met ritmestoornissen. Later dit jaar zal daar nog een vierde module aan worden toegevoegd, voor mensen met een verhoogd cardiovasculair risicoprofiel (zie kader op pagina 27). In de eerste drie modules wordt behalve het ECG en de bloeddruk ook het gewicht vastgelegd. Wanneer iemand ineens een toename van het lichaamsgewicht laat zien, kan dat duiden op het vasthouden van vocht, wat weer een uiting kan zijn van hartfalen.

‘Tegenwoordig kun je zonder tussenkomst van een professional je bloeddruk meten en zelfs een ECG maken’

Minder polibezoeken

Cardioloog Jasper Selder is net als Winter verantwoordelijk voor de implementatie van het e-healthsysteem in het Hartcentrum van Amsterdam UMC. Het systeem maakt een deel van de zorg bijzonder patiënt- én specialistvriendelijk. In potentie zou dit het aantal polikliniekbezoeken van het Hartcentrum kunnen verminderen, wat een flinke kostenbesparing zou kunnen opleveren. “Maar dat moeten we natuurlijk nog wel aantonen. Dit is een van de onderzoeken die we in de eerste tijd na de implementatie zullen doen”, zegt Selder. “We willen hard kunnen maken wat dit onderaan de streep doet met de kosten voor de zorg. Daarnaast zullen we als academisch centrum de data gebruiken voor onderzoek naar de klinische effectiviteit, privacy en veiligheid, en naar patiëntvriendelijkheid. Daar kunnen andere centra vervolgens weer hun voordeel mee doen.”

Winter is in ieder geval hoopvol gestemd. “Vroeger belde iemand omdat die last had van bijvoorbeeld boezemfibrilleren. Dan moest de patiënt naar de poli of de Eerste harthulp, werd daar een ‘hartfilmpje’ gemaakt en volgde wel of geen behandeling. Nu kun je direct een ECG maken en kan op afstand worden gekeken of de medicatie moet worden aangepast of dat er andere zorg nodig is.”

Een ECG (hartfilmpje) maken is eenvoudig: de patiënt plaatst haar vingers op de metalen meetpunten en het apparaatje registreert nauwkeurig de elektrische activiteit van het hart. De gegevens worden verzonden met de mobiele telefoon.

Extra spanning

Het lijkt wel of de ‘doe-het-zelf-cardiologie’ alleen maar voordelen heeft. Toch houden beide cardiologen ook hun ogen open voor de eventuele nadelen. “Bij de selectie van de patiënten voor dit programma moeten we natuurlijk wel inschatten of het voor deze mensen geschikt is”, zegt Winter. “Sommige patiënten vinden het vervelend om thuis met hun ziekte bezig te zijn, of worden gespannen van het doen van metingen. De bloeddruk meten is daarvan een goed voorbeeld. Als iemand gespannen is en dan de bloeddruk meet, is die waarschijnlijk te hoog. Dat kan dan weer extra spanning opleveren, waardoor de bloeddruk misschien nóg verder omhoogschiet.

Dat geeft dan geen reële weerspiegeling van de bloeddruk. We instrueren mensen dan ook dat ze maar één keer per week op een vast en rustig moment mogen meten.”

Selder werkte de afgelopen jaren al met een enigszins vergelijkbaar systeem waarbij mensen zelf thuis een ECG konden maken. “En ja, dan heb je mensen die tientallen metingen per week doorsturen. Met het nieuwe systeem zitten daar meer filters tussen. Het algoritme in het apparaat zelf, de e-healthspecialisten in Dokkum en de superviserende specialist kunnen de niet-afwijkende registraties er prima uitfilteren, vóór de behandelend specialist in beeld komt. In veel gevallen kan het algoritme, of anders de e-healthspecialist, een patiënt al geruststellen. Maar dan nog houd je altijd wel mensen die heel veel ECG’s per week insturen omdat ze zich zorgen maken; dat hoort erbij. Ook het geruststellen van patiënten is waardevol.”

‘Deze zorg past in de digitale samenleving waar jongere generaties artsen en patiënten allang mee opgroeien’

In de medische service centrale in Dokkum worden de gegevens van alle patiënten verwerkt en beoordeeld. Bij afwijkende resultaten krijgt de behandelend cardioloog een seintje, zodat die contact kan opnemen met de patiënt.

Lagere bloeddruk

De waardering van de patiënten is tot nu toe positief, stelt Winter. “Ze vinden het vaak heel apart dat ze gebeld worden door hun specialist als er een afwijkende meting is ingestuurd.  Maar voor ons is dat een extreem kleine moeite vergeleken bij de intensiteit van de zorg op de klassieke manier, waarbij je iedereen in je spreekkamer kreeg voor een routinemeting.”

Behalve die subjectieve resultaten komen inmiddels ook de eerste voorzichtige objectieve resultaten binnen. Een ziektekostenverzekeraar registreerde al dat er onder de deelnemers aan het programma een derde minder bezoeken aan de Eerste harthulp worden afgelegd. De bloeddruk van deze patiënten is ook structureel lager dan bij niet-deelnemers. Winter veronderstelt dat dit te maken heeft met de directe koppeling tussen het handelen en het meten door de patiënt. “Iemand ziet direct resultaat wanneer er iets verandert in de medicatie of in de leefstijl. Die snelle terugkoppeling vertaalt zich in een beter resultaat.”

De kosten voor het programma zijn per patiënt weliswaar bescheiden – een eerste abonnement van 120 dagen kost de ziektekostenverzekeraar 120 euro – maar voor het hele ziekenhuis gaat het wel om ‘tonnen per jaar’.  

Toch verwachten de cardiologen dat die kosten veel minder zullen zijn dan de besparingen op bezoeken aan de polikliniek en de specialist. “Boven­dien kunnen we mensen dankzij de ondersteuning van dit program­ma vaak eerder ontslaan van de hartbewaking, wat ook weer 1.500 euro per dag scheelt”, stelt Winter. Hij verwacht dat dit soort laagdrempelige thuiszorg nog een grote opmars zal maken, ook buiten de cardiologie. “In principe kan alle zorg waarbij eenvoudige diagnostiek wordt ingezet op deze manier verlopen. En laten we wel wezen: nu kijken we hier misschien nog van op, maar toekomstige artsen zullen dit echt de normaalste zaak van de wereld vinden. Dit past in de digitale samenleving waar jongere generaties artsen en patiënten allang mee opgroeien. Onze oudste patiënt is overigens 92 jaar. Dus alles wat zo protocollair geregeld kan worden als de zorg voor een gezonde bloeddruk kan op deze manier worden georganiseerd. De specialist en de andere professionals in de zorg kunnen zich vervolgens concentreren op de zaken waarvoor ze écht zijn opgeleid.” 

risico's in kaart
Michiel Winter
JANUS  •  populair-wetenschappelijk tijdschrift Amsterdam UMC 
Een groot deel van de poliklinische zorg kan door het e-healthprogramma HartWacht thuis plaatsvinden. De patiënt komt enkel nog bij de cardioloog als er afwijkende waarden gevonden worden, voor nader onderzoek.

HartWacht wordt vanaf dit najaar aangeboden in vier modules: voor patiënten met hartfalen, met een chronische hoge bloeddruk en met ritmestoornissen. De vierde module, die later dit jaar wordt toegevoegd, is bedoeld voor mensen met een verhoogd cardiovasculair risicoprofiel. “Die vierde module is misschien iets minder technologisch geavanceerd dan de meting van het ECG met een modern apparaatje, maar toch ben ik juist daar heel erg enthousiast over”, zegt Winter. Om cholesterol en glucose te meten, krijgen mensen per gewone post een setje opgestuurd, waarmee ze thuis een heel klein beetje bloed kunnen afnemen. Dat setje gaat ook per post weer terug naar het ziekenhuis en twee dagen later krijgen mensen de uitslag te horen. “Dat lijkt misschien wat ouderwets maar geeft toch een gigantische tijdswinst, zowel voor de patiënt, die voorheen af en aan naar het ziekenhuis reed, als voor de professionals in het ziekenhuis.”

“Juist die vierde module kan ook inhoudelijk veel toevoegen”, vult Selder aan. “Een zo laag mogelijk cardiovasculair risico is op lange termijn cruciaal voor de kwaliteit van leven van de patiënt. Met de nieuwe module erbij kun je met HartWacht zowel cholesterol, als bloeddruk, gewicht en hartslag meten. Dit zijn precies de belangrijke parameters die het cardiovasculair risico bepalen.”

reportage
cardiologie aan huis
reportage

Cardiologische patiënten van Amsterdam UMC kunnen sinds dit jaar gebruikmaken van HartWacht. Met dit e-healthprogramma kunnen ze thuis onder andere de bloeddruk meten en een ECG maken. “Het aantal onnodige bezoeken aan de polikliniek kan hiermee drastisch worden verminderd.”

Tekst: Rob Buiter Foto: Marieke de Lorijn

Z

it je net op een Frans terrasje aan de wijn, belt je cardioloog: “Meneer, uw bloeddruk gaat de laatste tijd wat omhoog. Bent u misschien uw bloeddrukmedicatie vergeten?”

Het is geen scène uit een futuristische versie van Big Brother, maar een waargebeurd voorbeeld uit de praktijk van cardioloog Michiel Winter van Amsterdam UMC. “Deze meneer was een van de deelnemers aan ons e-healthprogramma HartWacht. Uit de wekelijkse meting van de bloeddruk die hij zelf deed, kwam een onverklaarbare stijging, dus dan gaat er automatisch een melding naar mij als behandelend cardioloog”, aldus Winter. “Dan bel ik even om te horen wat er aan de hand is.”

HartWacht is een e-healthprogramma dat in 2016 werd ontwikkeld door Cardiologie Centra Nederland (CCN) in samenwerking met Heart for Health. “Het is ontwikkeld vanuit de gedachte dat een belangrijk deel van de poliklinische zorg natuurlijk helemaal niet op locatie hoeft te worden verleend”, vertelt Winter, die behalve cardioloog in het Hartcentrum van Amsterdam UMC ook voorzitter is van de raad van bestuur van CCN. “Niet alleen je gewicht kun je heel makkelijk thuis bepalen; tegenwoordig kun je zonder tussenkomst van een professional ook de bloeddruk meten en zelfs een ECG maken.”

Voor dat laatste bestaan apparaatjes met de omvang van niet meer dan een dunne mueslireep. Je plaatst je linker- en je rechterwijsvinger op de twee metalen meetpuntjes en ziedaar: het apparaatje registreert keurig de elektrische activiteit van je hart. Ook voor het meten van de bloeddruk bestaan al heel lang apparaten die net zo laagdrempelig zijn als de weegschaal in je badkamer. “Het enige wat je dan technisch nog moet regelen, is dat de gegevens via je mobiele telefoon worden verstuurd naar een centraal punt”, legt Winter uit. “Maar dat is anno nu dus ook totaal geen probleem meer.”

24/7 monitoren

Dat ‘centrale punt’ is in dit geval de medische service centrale van CCN in Dokkum. Winter: “Op dit moment komen er gegevens binnen van 3.500 patiënten. De gegevens worden daar beoordeeld door een team van e-healthspecialisten. Dat zijn verpleegkundigen en doktersassistenten die, indien nodig, worden bijgestaan door een medisch specialist. Alleen bij afwijkingen worden de data doorgestuurd naar de behandelend specialist van de betreffende patiënt. In de praktijk blijkt dat dit nog maar om 3 tot 5 procent van alle verzamelde data gaat. Feitelijk is de dokter dus voor een heel groot deel uit de loop gehaald, waar het basale dataverzameling betreft”, stelt Winter tevreden vast.

De patiënt krijgt de meetapparatuur aan huis. 

De gegevens van de metingen - zoals het gewicht, de bloeddruk en de elektrische activiteit van het hart - worden digitaal doorgestuurd naar het centrale datacentrum.

Een ECG (hartfilmpje) maken is eenvoudig: de patiënt plaatst haar vingers op de metalen meetpunten en het apparaatje registreert nauwkeurig de elektrische activiteit van het hart. De gegevens worden verzonden met de mobiele telefoon.

‘Deze zorg past in de digitale samenleving waar jongere generaties artsen en patiënten allang mee opgroeien’

In de medische service centrale in Dokkum worden de gegevens van alle patiënten verwerkt en beoordeeld. Bij afwijkende resultaten krijgt de behandelend cardioloog een seintje, zodat die contact kan opnemen met de patiënt.

Dat geeft dan geen reële weerspiegeling van de bloeddruk. We instrueren mensen dan ook dat ze maar één keer per week op een vast en rustig moment mogen meten.”

Selder werkte de afgelopen jaren al met een enigszins vergelijkbaar systeem waarbij mensen zelf thuis een ECG konden maken. “En ja, dan heb je mensen die tientallen metingen per week doorsturen. Met het nieuwe systeem zitten daar meer filters tussen. Het algoritme in het apparaat zelf, de e-healthspecialisten in Dokkum en de superviserende specialist kunnen de niet-afwijkende registraties er prima uitfilteren, vóór de behandelend specialist in beeld komt. In veel gevallen kan het algoritme, of anders de e-healthspecialist, een patiënt al geruststellen. Maar dan nog houd je altijd wel mensen die heel veel ECG’s per week insturen omdat ze zich zorgen maken; dat hoort erbij. Ook het geruststellen van patiënten is waardevol.”

Extra spanning

Het lijkt wel of de ‘doe-het-zelf-cardiologie’ alleen maar voordelen heeft. Toch houden beide cardiologen ook hun ogen open voor de eventuele nadelen. “Bij de selectie van de patiënten voor dit programma moeten we natuurlijk wel inschatten of het voor deze mensen geschikt is”, zegt Winter. “Sommige patiënten vinden het vervelend om thuis met hun ziekte bezig te zijn, of worden gespannen van het doen van metingen. De bloeddruk meten is daarvan een goed voorbeeld. Als iemand gespannen is en dan de bloeddruk meet, is die waarschijnlijk te hoog. Dat kan dan weer extra spanning opleveren, waardoor de bloeddruk misschien nóg verder omhoogschiet.

‘Tegenwoordig kun je zonder tussenkomst van een professional je bloeddruk meten en zelfs een ECG maken’

Minder polibezoeken

Cardioloog Jasper Selder is net als Winter verantwoordelijk voor de implementatie van het e-healthsysteem in het Hartcentrum van Amsterdam UMC. Het systeem maakt een deel van de zorg bijzonder patiënt- én specialistvriendelijk. In potentie zou dit het aantal polikliniekbezoeken van het Hartcentrum kunnen verminderen, wat een flinke kostenbesparing zou kunnen opleveren. “Maar dat moeten we natuurlijk nog wel aantonen. Dit is een van de onderzoeken die we in de eerste tijd na de implementatie zullen doen”, zegt Selder. “We willen hard kunnen maken wat dit onderaan de streep doet met de kosten voor de zorg. Daarnaast zullen we als academisch centrum de data gebruiken voor onderzoek naar de klinische effectiviteit, privacy en veiligheid, en naar patiëntvriendelijkheid. Daar kunnen andere centra vervolgens weer hun voordeel mee doen.”

Winter is in ieder geval hoopvol gestemd. “Vroeger belde iemand omdat die last had van bijvoorbeeld boezemfibrilleren. Dan moest de patiënt naar de poli of de Eerste harthulp, werd daar een ‘hartfilmpje’ gemaakt en volgde wel of geen behandeling. Nu kun je direct een ECG maken en kan op afstand worden gekeken of de medicatie moet worden aangepast of dat er andere zorg nodig is.”

Sinds een jaar wordt HartWacht ook gebruikt door het Hartcentrum van Amsterdam UMC. Het systeem is gekoppeld aan het elektronisch patiëntendossier (EPD), dus de cardioloog kan letterlijk 24/7 beschikken over de basale informatie die hij of zij nodig heeft om een patiënt te monitoren. Het systeem bevat drie modules: voor patiënten met hartfalen, met een chronisch hoge bloeddruk en met ritmestoornissen. Later dit jaar zal daar nog een vierde module aan worden toegevoegd, voor mensen met een verhoogd cardiovasculair risicoprofiel (zie kader op pagina 27). In de eerste drie modules wordt behalve het ECG en de bloeddruk ook het gewicht vastgelegd. Wanneer iemand ineens een toename van het lichaamsgewicht laat zien, kan dat duiden op het vasthouden van vocht, wat weer een uiting kan zijn van hartfalen.

Toch verwachten de cardiologen dat die kosten veel minder zullen zijn dan de besparingen op bezoeken aan de polikliniek en de specialist. “Boven­dien kunnen we mensen dankzij de ondersteuning van dit program­ma vaak eerder ontslaan van de hartbewaking, wat ook weer 1.500 euro per dag scheelt”, stelt Winter. Hij verwacht dat dit soort laagdrempelige thuiszorg nog een grote opmars zal maken, ook buiten de cardiologie. “In principe kan alle zorg waarbij eenvoudige diagnostiek wordt ingezet op deze manier verlopen. En laten we wel wezen: nu kijken we hier misschien nog van op, maar toekomstige artsen zullen dit echt de normaalste zaak van de wereld vinden. Dit past in de digitale samenleving waar jongere generaties artsen en patiënten allang mee opgroeien. Onze oudste patiënt is overigens 92 jaar. Dus alles wat zo protocollair geregeld kan worden als de zorg voor een gezonde bloeddruk kan op deze manier worden georganiseerd. De specialist en de andere professionals in de zorg kunnen zich vervolgens concentreren op de zaken waarvoor ze écht zijn opgeleid.” 

Lagere bloeddruk

De waardering van de patiënten is tot nu toe positief, stelt Winter. “Ze vinden het vaak heel apart dat ze gebeld worden door hun specialist als er een afwijkende meting is ingestuurd.  Maar voor ons is dat een extreem kleine moeite vergeleken bij de intensiteit van de zorg op de klassieke manier, waarbij je iedereen in je spreekkamer kreeg voor een routinemeting.”

Behalve die subjectieve resultaten komen inmiddels ook de eerste voorzichtige objectieve resultaten binnen. Een ziektekostenverzekeraar registreerde al dat er onder de deelnemers aan het programma een derde minder bezoeken aan de Eerste harthulp worden afgelegd. De bloeddruk van deze patiënten is ook structureel lager dan bij niet-deelnemers. Winter veronderstelt dat dit te maken heeft met de directe koppeling tussen het handelen en het meten door de patiënt. “Iemand ziet direct resultaat wanneer er iets verandert in de medicatie of in de leefstijl. Die snelle terugkoppeling vertaalt zich in een beter resultaat.”

De kosten voor het programma zijn per patiënt weliswaar bescheiden – een eerste abonnement van 120 dagen kost de ziektekostenverzekeraar 120 euro – maar voor het hele ziekenhuis gaat het wel om ‘tonnen per jaar’.  

Een groot deel van de poliklinische zorg kan door het e-healthprogramma HartWacht thuis plaatsvinden. De patiënt komt enkel nog bij de cardioloog als er afwijkende waarden gevonden worden, voor nader onderzoek.
risico's in kaart

HartWacht wordt vanaf dit najaar aangeboden in vier modules: voor patiënten met hartfalen, met een chronische hoge bloeddruk en met ritmestoornissen. De vierde module, die later dit jaar wordt toegevoegd, is bedoeld voor mensen met een verhoogd cardiovasculair risicoprofiel. “Die vierde module is misschien iets minder technologisch geavanceerd dan de meting van het ECG met een modern apparaatje, maar toch ben ik juist daar heel erg enthousiast over”, zegt Winter. Om cholesterol en glucose te meten, krijgen mensen per gewone post een setje opgestuurd, waarmee ze thuis een heel klein beetje bloed kunnen afnemen. Dat setje gaat ook per post weer terug naar het ziekenhuis en twee dagen later krijgen mensen de uitslag te horen. “Dat lijkt misschien wat ouderwets maar geeft toch een gigantische tijdswinst, zowel voor de patiënt, die voorheen af en aan naar het ziekenhuis reed, als voor de professionals in het ziekenhuis.”

“Juist die vierde module kan ook inhoudelijk veel toevoegen”, vult Selder aan. “Een zo laag mogelijk cardiovasculair risico is op lange termijn cruciaal voor de kwaliteit van leven van de patiënt. Met de nieuwe module erbij kun je met HartWacht zowel cholesterol, als bloeddruk, gewicht en hartslag meten. Dit zijn precies de belangrijke parameters die het cardiovasculair risico bepalen.”

Michiel Winter
JANUS • populair-wetenschappelijk tijdschrift