dossier: vrouwspecifieke zorg
Vrouwengezondheid
uit de schaduw
dossier: vrouwspecifieke zorg

Ondanks hun grote impact blijven vrouwspecifieke gezondheidsproblemen, zoals myomen, endometriose en overgangsklachten, onderbelicht. Initiatieven als MenoPause en Endometriose Groot Amsterdam willen daar verandering in brengen. Betere diagnoses, gerichte behandelingen en doorbreken van het taboe moeten ertoe leiden dat “vrouwen eindelijk de zorg krijgen die ze verdienen”. 

Tekst: Caroline Wellink Foto's: Marieke de Lorijn

T

oen de Franse president Macron twee jaar geleden 30 miljoen euro vrijmaakte voor betere behandeling van endometriose vroeg Judith Huirne, hoogleraar Benigne gynaecologie aan Amsterdam UMC, aan de Nederlandse minister van Volksgezondheid: “Wat gaan wij in Nederland doen om deze zorg te verbeteren?” In haar brief ging het niet alleen over endometriose, maar over vrouwgerelateerde gezondheidsproblemen in het algemeen. Want, zo stelde ze, het werd tijd om de taboes hierover te doorbreken: “Elke vrouw krijgt in haar leven te maken met vrouwspecifieke aandoeningen. Bij sommigen blijft het bij wat ongemak, maar voor velen zijn er grote gevolgen: kinderloosheid, belemmerde schoolprestaties, minder carrièrekansen, ontwrichting van het sociale leven. En we vinden het de normaalste zaak om dat af te doen met: het hoort erbij, hierover moet je niet zeuren. Hoe kan iets, dat zo vaak voorkomt en zo’n impact heeft, nauwelijks aandacht krijgen?”

De brief betekende een ommekeer. Met een subsidie en in samenwerking met de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) – onder leiding van Huirne als voorzitter van de koepel Wetenschap en van gynaecoloog Astrid Vollebregt – werd aangetoond dat de maatschappelijke kosten van cyclusstoornissen en van hormonale en bekkenbodemproblemen jaarlijks zo’n 7 miljard euro bedragen. Dat iedere vrouw gedurende haar leven te maken krijgt met minimaal twee van deze aandoeningen. En: dat een groot deel van het ziekteverzuim van vrouwen hierdoor komt. Na deze alarmerende conclusies zegde de minister aan het begin van de zomer een grote pot met geld toe voor de ontwikkeling van een kennisagenda. Huirne: “Een mijlpaal, dat is het zeker. Breed gedragen door een grote groep onderzoekers, gynaecologen, patiëntenorganisaties en belangengroepen, focussen we ons nu op bewustwording, betere toepassing van bestaande kennis en onderzoek naar gerichte behandelingen die aangrijpen op de onderliggende oorzaak.”

Judith Huirne

Last resort

Binnen Amsterdam UMC sluiten deze doelstellingen aan op het beleid dat Huirne al sinds haar aanstelling in 2007 vormgeeft: “Wij leveren hoogcomplexe klinische zorg voor vrouwen met gynaecologische problemen die elders niet goed behandeld kunnen worden. Voor hen vervullen we de last-resortfunctie.
Daarnaast willen we met onderzoek en onderwijs de kwaliteit van de gynaecologische zorg in de breedste zin verbeteren. De ontwikkeling van de Menstruatie-app is daar een mooi voorbeeld van: hiermee kunnen meisjes inzicht krijgen in hun menstruatieproblemen en eerder naar de huisarts gaan als er meer dan normale klachten zijn. Daarnaast zetten we in op betere diagnostiek. Met partners zoals de Technische Universiteit Eindhoven ontwikkelen we geavanceerde echotechnieken. Heel belangrijk, aangezien de tijd tot de juiste diagnose van aandoeningen zoals endometriose nog steeds ruim 7 jaar is. Vroege opsporing maakt eenvoudiger behandelen mogelijk.”

‘Een nationaal gezondheidsplan rondom vrouwengezondheid is nodig om de man-vrouwverschillen te verkleinen en carrièrekansen gelijk te stellen’ 

Judith Huirne, hoogleraar Benigne gynaecologie

Oorzaak aanpakken

Huirne vertelt dat haar team bovendien focust op onderzoek naar behandelingen die de oorzaken van aandoeningen aanpakken, in plaats van alleen symptomen bestrijden. “Met muisonderzoek kijken we naar de vroege stadia van endometriose en adenomyose, aandoeningen waarbij baarmoederslijmvlies in of buiten de baarmoeder woekert. We hebben ontdekt dat de vorming van nieuwe bloedvaten in de beginfase hierbij een sleutelrol speelt. In diermodellen zien we dat ernstigere vormen niet ontstaan als je deze angiogenese remt. Dit inzicht wordt wellicht de basis voor nieuwe medicatie, en dan kunnen we inderdaad vroeg ingrijpen.” Ook boeiend is het onderzoek naar tissue engineering, zo vervolgt de hoogleraar: “We zijn vergevorderd met onderzoek naar het creëren van vagina’s voor vrouwen met aangeboren afwijkingen die geen vagina hebben, of voor transgender vrouwen. Deze innovatieve studies zijn uniek. Een ander speerpunt is onderzoek naar betere behandeling bij verzakkingen, waarbij we onderzoeken hoe steunweefsel versterkt kan worden en trauma’s tijdens bevallingen beter kunnen genezen. Uiteindelijk moeten al deze inspanningen resulteren in tijdige diagnose en gerichte behandelingen. Dit zal complicaties zoals onnodige onvruchtbaarheid en chronische pijn voorkomen, maar ook complexe ingrepen op de lange termijn. Voor patiënten betekent dit een betere kwaliteit van leven. Ook de samenleving profiteert: betere zorg voor vrouwspecifieke aandoeningen zal de inzetbaarheid van vrouwen verhogen.”

Geld voor onderzoek

Afgelopen juni bezocht toenmalig minister Pia Dijkstra Amsterdam UMC. Tijdens haar bezoek kreeg zij onder meer uitgebreide informatie over vrouwspecifieke zorg bij de afdeling Benigne gynaecologie. Zij was onder de indruk van de expertise en inspanningen van het team om de zorg voor vrouwspecifieke aandoeningen te verbeteren: “Amsterdam UMC doet veel om de zorg voor vrouwen te verbeteren door in te zetten op innovatie, onderwijs, opleiding en onderzoek. Dankzij hun expertise kunnen patiënten die ergens anders niet meer geholpen kunnen worden bij Amsterdam UMC terecht. Om vrouwen in de toekomst nog beter te kunnen helpen, heb ik voor de komende zes jaar miljoenen vrijgemaakt voor onderzoek naar vrouwspecifieke aandoeningen. Laat het voorbeeld van Amsterdam UMC een inspiratie zijn voor anderen in de zorg. Op naar een toekomst waarin vrouwengezondheid net zo serieus wordt genomen als die van mannen!”

Deze innovatieve studies zijn uniek. Een ander speerpunt is onderzoek naar betere behandeling bij verzakkingen, waarbij we onderzoeken hoe steunweefsel versterkt kan worden en trauma’s tijdens bevallingen beter kunnen genezen. Uiteindelijk moeten al deze inspanningen resulteren in tijdige diagnose en gerichte behandelingen. Dit zal complicaties zoals onnodige onvruchtbaarheid en chronische pijn voorkomen, maar ook complexe ingrepen op de lange termijn. Voor patiënten betekent dit een betere kwaliteit van leven. Ook de samenleving profiteert: betere zorg voor vrouwspecifieke aandoeningen zal de inzetbaarheid van vrouwen verhogen.”

Inloopspreekuur

Vrouwspecifieke aandoeningen blijken namelijk een enorme impact te hebben op het ziekteverzuim: “Een groot deel van de arbeidsuitval bij vrouwen komt door vrouwspecifieke klachten. Van het totale ziekteverzuim, dus mannen en vrouwen bij elkaar opgeteld, is bijvoorbeeld al 10 procent toe te schrijven aan cyclusstoornissen. In vrouw-gedomineerde sectoren, zoals de zorg en het onderwijs, is het ziekteverzuim als gevolg van deze aandoeningen dan ook relatief hoog", zegt Huirne. “Om te onderzoeken of we kunnen bijdragen aan een lager ziekteverzuim, starten we in Amsterdam UMC per 1 januari 2025 met een gratis inloopspreekuur voor eigen personeel met gynaecologische klachten. Met deze pilot willen we de drempel verlagen om hulp te zoeken. Als we hiermee het ziekteverzuim van 7 naar 6 procent kunnen terugbrengen, betekent dat dagelijks 120 extra vrouwen op de werkvloer in ons ziekenhuis. Dat zal echt in positieve zin merkbaar zijn.”

Bekijk hier de video over de endometriosezorg bij Amsterdam UMC en over Endometriose Groot Amsterdam.

Maatschappij

Die maatschappelijke verantwoordelijkheid, daarin ziet Huirne een belangrijke uitdaging voor de komende jaren: “Als gynaecoloog en hoogleraar kun je veel bereiken. Maar om een structurele aanpak te realiseren voor het verkleinen van de gezondheidsverschillen tussen mannen en vrouwen en voor het gelijkstellen van carrièrekansen, is een strategie nodig rondom vrouwengezondheid in de vorm van het nationaal gezondheidsplan. Hiervoor is samenwerking nodig met verschillende belanghebbenden, waaronder de ministeries van Volksgezondheid, Sociale Zaken en Economische Zaken.” Dat die inzet en samenwerking lonen, bleek eind september. Op basis van het onderzoek in Amsterdam UMC, met de inzet van Judith Huirne en in samenwerking met verschillende partijen waaronder Women Inc., werden twee moties aangenomen in de Tweede Kamer. Huirne: “De eerste is de motie Dobbe over een nationale strategie vrouwengezondheid, waarbij de minister de opdracht heeft gekregen deze vóór het zomerreces van 2025 aan te leveren. Daarbij is onder andere een oproep gedaan voor structurele financiering. De tweede is de motie Slagt-Tichelman waarmee er meer aandacht komt voor vrouwspecifieke aandoeningen zoals nicheklachten na een keizersnede.”

Bekijk hier de video over de Menstruatie-app die is ontwikkeld bij Amsterdam UMC.

Velja Mijatovic,

hoogleraar Gynaecologie

INNOVATIE IN ENDOMETRIOSEZORG

Met de oprichting van Endometriose Groot Amsterdam, een samenwerking tussen Amsterdam UMC en het Flevoziekenhuis, wordt de zorg voor vrouwen met endometriose verbeterd. Velja Mijatovic, hoogleraar Gynaecologie en hoofd van het Endometriosecentrum Amsterdam UMC: “Endometriose is een complexe aandoening met grote impact. Het is tijd dat we dit serieus nemen en de zorg hierop afstemmen.”

In de samenwerking vormt het Flevoziekenhuis het eerste aanspreekpunt voor vrouwen met milde tot matige vormen van endometriose. Daar wordt de eerste diagnose gesteld en worden basisbehandelingen uitgevoerd, zoals hormonale en middelcomplexe operaties. Vrouwen met complexere problematiek zoals endometriose die meerdere organen aantast of kinderloosheid veroorzaakt, en vrouwen bij wie eerdere behandelingen hebben gefaald, worden doorverwezen naar het Endometriose Centrum Amsterdam UMC. Dit centrum heeft dus een duidelijke last-resortfunctie, met een team van onder andere gynaecologen, radiologen, urologen, darmchirurgen, longchirurgen en pijnspecialisten die samen multidisciplinaire operaties en geavanceerde behandelingen uitvoeren. “We moeten af van het idee dat endometrioseklachten er nu eenmaal bij horen,” benadrukt Mijatovic. “De gezondheidszorg is te lang gericht geweest op het mannelijke lichaam als norm. Het is tijd om vrouwen serieus te nemen en hen de juiste zorg te geven.” 

Virtual Reality

Naast gezamenlijke behandelingen ligt de kracht van de samenwerking in de ontwikkeling van innovatieve behandelmethoden. Zo wordt momenteel onderzocht of neuromodulatie, waarbij ruggenmergstimulatie wordt gebruikt om pijn te verminderen, effectief is voor vrouwen met ernstige en onbehandelbare pijnklachten. “De eerste resultaten zijn veelbelovend,” aldus Mijatovic. Ook het gebruik van Virtual Reality (VR) voor pijneducatie wordt onderzocht. Mijatovic: “We zien dat patiënten via VR beter leren omgaan met hun pijn, wat hun dagelijks functioneren verbetert. Door intensief samen te werken en kennis te delen met andere ziekenhuizen en huisartsen in de regio, hopen we bewustwording te vergroten, de wachttijden te verkorten en vrouwen sneller de juiste zorg te bieden. Zo kan veel leed voorkomen worden.”

Peter Bisschop,

hoogleraar Klinische endocrinologie 

MenoPause

Om de gezondheid van vrouwen rond en na de overgang te verbeteren, startte afgelopen februari het MenoPause-consortium. Peter Bisschop, hoogleraar Klinische endocrinologie aan Amsterdam UMC en kartrekker van het project, heeft een duidelijk doel: “De overgang normaliseren, taboes doorbreken en zorgen dat elke vrouw de ondersteuning krijgt die ze nodig heeft om gezond te blijven.”

De overgang is een complexe periode die momenteel in Nederland ongeveer 1,6 miljoen vrouwen doormaken. Bijna 80 procent van hen ervaart opvliegers, waarvan een derde zo ernstig dat ze beperkt worden in het dagelijks functioneren. De helft van de vrouwen heeft last van slapeloosheid, wat werk en privéleven zwaar beïnvloedt. Bisschop: “Maar er gebeurt meer. De hormonale veranderingen versnellen bijvoorbeeld botverlies, wat op latere leeftijd botbreuken kan veroorzaken. Ook weten we dat de overgang de kans op hart- en vaatziekten en diabetes op latere leeftijd vergroot. Best heftig. Zeker omdat veel vrouwen zich niet bewust zijn van de veranderingen die de overgang met zich meebrengt. Daarom ben ik verheugd dat we met MenoPause een belangrijke stap kunnen zetten in het verbeteren van de gezondheid en levenskwaliteit van vrouwen in de overgang. Binnen dit samenwerkingsverband werken we vanuit verschillende achtergronden – onderzoekers, artsen, leefstijldeskundigen, werkgevers en vrouwen in de overgang – samen om menopauzeklachten te onderzoeken. We willen ze beter begrijpen, voorkómen, en effectievere behandelingen ontwikkelen.”

Opvliegers

Binnen MenoPause worden vrouwen met diverse achtergronden onderzocht om te achterhalen waarom de ene vrouw veel last heeft van klachten zoals opvliegers, terwijl de andere vrijwel geen symptomen ervaart. “We willen bovendien voorspellen welke vrouwen risico lopen op klachten zoals osteoporose of hart- en vaatziekten en hoe we hen kunnen helpen,” aldus Bisschop. “Vroegtijdige behandeling kan namelijk op latere leeftijd ernstigere gezondheidsproblemen voorkómen. We willen de onderzoeksresultaten terugkoppelen naar de samenleving en direct vertalen naar praktische toepassingen. Het is cruciaal dat de overgang uit de taboesfeer komt. We willen realiseren dat elke vrouw weet wat haar te wachten staat en welke opties ze heeft, of dat nu leefstijlinterventies zijn, medische behandelingen of andere vormen van ondersteuning.”

JANUS  •  populair-wetenschappelijk tijdschrift Amsterdam UMC 
Beeld: Shutterstock
Vrouwengezondheid
uit de schaduw
dossier: vrouwspecifieke zorg

Bekijk hier de video over de Menstruatie-app die is ontwikkeld bij Amsterdam UMC.

Maatschappij

Die maatschappelijke verantwoordelijkheid, daarin ziet Huirne een belangrijke uitdaging voor de komende jaren: “Als gynaecoloog en hoogleraar kun je veel bereiken. Maar om een structurele aanpak te realiseren voor het verkleinen van de gezondheidsverschillen tussen mannen en vrouwen en voor het gelijkstellen van carrièrekansen, is een strategie nodig rondom vrouwengezondheid in de vorm van het nationaal gezondheidsplan. Hiervoor is samenwerking nodig met verschillende belanghebbenden, waaronder de ministeries van Volksgezondheid, Sociale Zaken en Economische Zaken.” Dat die inzet en samenwerking lonen, bleek eind september. Op basis van het onderzoek in Amsterdam UMC, met de inzet van Judith Huirne en in samenwerking met verschillende partijen waaronder Women Inc., werden twee moties aangenomen in de Tweede Kamer. Huirne: “De eerste is de motie Dobbe over een nationale strategie vrouwengezondheid, waarbij de minister de opdracht heeft gekregen deze vóór het zomerreces van 2025 aan te leveren. Daarbij is onder andere een oproep gedaan voor structurele financiering. De tweede is de motie Slagt-Tichelman waarmee er meer aandacht komt voor vrouwspecifieke aandoeningen zoals nicheklachten na een keizersnede.”

Bekijk hier de video over de endometriosezorg bij Amsterdam UMC en over Endometriose Groot Amsterdam.

Deze innovatieve studies zijn uniek. Een ander speerpunt is onderzoek naar betere behandeling bij verzakkingen, waarbij we onderzoeken hoe steunweefsel versterkt kan worden en trauma’s tijdens bevallingen beter kunnen genezen. Uiteindelijk moeten al deze inspanningen resulteren in tijdige diagnose en gerichte behandelingen. Dit zal complicaties zoals onnodige onvruchtbaarheid en chronische pijn voorkomen, maar ook complexe ingrepen op de lange termijn. Voor patiënten betekent dit een betere kwaliteit van leven. Ook de samenleving profiteert: betere zorg voor vrouwspecifieke aandoeningen zal de inzetbaarheid van vrouwen verhogen.”

Inloopspreekuur

Vrouwspecifieke aandoeningen blijken namelijk een enorme impact te hebben op het ziekteverzuim: “Een groot deel van de arbeidsuitval bij vrouwen komt door vrouwspecifieke klachten. Van het totale ziekteverzuim, dus mannen en vrouwen bij elkaar opgeteld, is bijvoorbeeld al 10 procent toe te schrijven aan cyclusstoornissen. In vrouw-gedomineerde sectoren, zoals de zorg en het onderwijs, is het ziekteverzuim als gevolg van deze aandoeningen dan ook relatief hoog", zegt Huirne. “Om te onderzoeken of we kunnen bijdragen aan een lager ziekteverzuim, starten we in Amsterdam UMC per 1 januari 2025 met een gratis inloopspreekuur voor eigen personeel met gynaecologische klachten. Met deze pilot willen we de drempel verlagen om hulp te zoeken. Als we hiermee het ziekteverzuim van 7 naar 6 procent kunnen terugbrengen, betekent dat dagelijks 120 extra vrouwen op de werkvloer in ons ziekenhuis. Dat zal echt in positieve zin merkbaar zijn.”

Geld voor onderzoek

Afgelopen juni bezocht toenmalig minister Pia Dijkstra Amsterdam UMC. Tijdens haar bezoek kreeg zij onder meer uitgebreide informatie over vrouwspecifieke zorg bij de afdeling Benigne gynaecologie. Zij was onder de indruk van de expertise en inspanningen van het team om de zorg voor vrouwspecifieke aandoeningen te verbeteren: “Amsterdam UMC doet veel om de zorg voor vrouwen te verbeteren door in te zetten op innovatie, onderwijs, opleiding en onderzoek. Dankzij hun expertise kunnen patiënten die ergens anders niet meer geholpen kunnen worden bij Amsterdam UMC terecht. Om vrouwen in de toekomst nog beter te kunnen helpen, heb ik voor de komende zes jaar miljoenen vrijgemaakt voor onderzoek naar vrouwspecifieke aandoeningen. Laat het voorbeeld van Amsterdam UMC een inspiratie zijn voor anderen in de zorg. Op naar een toekomst waarin vrouwengezondheid net zo serieus wordt genomen als die van mannen!”

Oorzaak aanpakken

Huirne vertelt dat haar team bovendien focust op onderzoek naar behandelingen die de oorzaken van aandoeningen aanpakken, in plaats van alleen symptomen bestrijden. “Met muisonderzoek kijken we naar de vroege stadia van endometriose en adenomyose, aandoeningen waarbij baarmoederslijmvlies in of buiten de baarmoeder woekert. We hebben ontdekt dat de vorming van nieuwe bloedvaten in de beginfase hierbij een sleutelrol speelt. In diermodellen zien we dat ernstigere vormen niet ontstaan als je deze angiogenese remt. Dit inzicht wordt wellicht de basis voor nieuwe medicatie, en dan kunnen we inderdaad vroeg ingrijpen.” Ook boeiend is het onderzoek naar tissue engineering, zo vervolgt de hoogleraar: “We zijn vergevorderd met onderzoek naar het creëren van vagina’s voor vrouwen met aangeboren afwijkingen die geen vagina hebben, of voor transgender vrouwen. Deze innovatieve studies zijn uniek. Een ander speerpunt is onderzoek naar betere behandeling bij verzakkingen, waarbij we onderzoeken hoe steunweefsel versterkt kan worden en trauma’s tijdens bevallingen beter kunnen genezen. Uiteindelijk moeten al deze inspanningen resulteren in tijdige diagnose en gerichte behandelingen. Dit zal complicaties zoals onnodige onvruchtbaarheid en chronische pijn voorkomen, maar ook complexe ingrepen op de lange termijn. Voor patiënten betekent dit een betere kwaliteit van leven. Ook de samenleving profiteert: betere zorg voor vrouwspecifieke aandoeningen zal de inzetbaarheid van vrouwen verhogen.”

Last resort

Binnen Amsterdam UMC sluiten deze doelstellingen aan op het beleid dat Huirne al sinds haar aanstelling in 2007 vormgeeft: “Wij leveren hoogcomplexe klinische zorg voor vrouwen met gynaecologische problemen die elders niet goed behandeld kunnen worden. Voor hen vervullen we de last-resortfunctie.
Daarnaast willen we met onderzoek en onderwijs de kwaliteit van de gynaecologische zorg in de breedste zin verbeteren. De ontwikkeling van de Menstruatie-app is daar een mooi voorbeeld van: hiermee kunnen meisjes inzicht krijgen in hun menstruatieproblemen en eerder naar de huisarts gaan als er meer dan normale klachten zijn. Daarnaast zetten we in op betere diagnostiek. Met partners zoals de Technische Universiteit Eindhoven ontwikkelen we geavanceerde echotechnieken. Heel belangrijk, aangezien de tijd tot de juiste diagnose van aandoeningen zoals endometriose nog steeds ruim 7 jaar is. Vroege opsporing maakt eenvoudiger behandelen mogelijk.”

dossier: vrouwspecifieke zorg

Ondanks hun grote impact blijven vrouwspecifieke gezondheidsproblemen, zoals myomen, endometriose en overgangsklachten, onderbelicht. Initiatieven als MenoPause en Endometriose Groot Amsterdam willen daar verandering in brengen. Betere diagnoses, gerichte behandelingen en doorbreken van het taboe moeten ertoe leiden dat “vrouwen eindelijk de zorg krijgen die ze verdienen”. 

Tekst: Caroline Wellink Foto's: Marieke de Lorijn

T

Judith Huirne, hoogleraar Benigne gynaecologie

oen de Franse president Macron twee jaar geleden 30 miljoen euro vrijmaakte voor betere behandeling van endometriose vroeg Judith Huirne, hoogleraar Benigne gynaecologie aan Amsterdam UMC, aan de Nederlandse minister van Volksgezondheid: “Wat gaan wij in Nederland doen om deze zorg te verbeteren?” In haar brief ging het niet alleen over endometriose, maar over vrouwgerelateerde gezondheidsproblemen in het algemeen. Want, zo stelde ze, het werd tijd om de taboes hierover te doorbreken: “Elke vrouw krijgt in haar leven te maken met vrouwspecifieke aandoeningen. Bij sommigen blijft het bij wat ongemak, maar voor velen zijn er grote gevolgen: kinderloosheid, belemmerde schoolprestaties, minder carrièrekansen, ontwrichting van het sociale leven. En we vinden het de normaalste zaak om dat af te doen met: het hoort erbij, hierover moet je niet zeuren. Hoe kan iets, dat zo vaak voorkomt en zo’n impact heeft, nauwelijks aandacht krijgen?”

De brief betekende een ommekeer. Met een subsidie en in samenwerking met de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) – onder leiding van Huirne als voorzitter van de koepel Wetenschap en van gynaecoloog Astrid Vollebregt – werd aangetoond dat de maatschappelijke kosten van cyclusstoornissen en van hormonale en bekkenbodemproblemen jaarlijks zo’n 7 miljard euro bedragen. Dat iedere vrouw gedurende haar leven te maken krijgt met minimaal twee van deze aandoeningen. En: dat een groot deel van het ziekteverzuim van vrouwen hierdoor komt. Na deze alarmerende conclusies zegde de minister aan het begin van de zomer een grote pot met geld toe voor de ontwikkeling van een kennisagenda. Huirne: “Een mijlpaal, dat is het zeker. Breed gedragen door een grote groep onderzoekers, gynaecologen, patiëntenorganisaties en belangengroepen, focussen we ons nu op bewustwording, betere toepassing van bestaande kennis en onderzoek naar gerichte behandelingen die aangrijpen op de onderliggende oorzaak.”

Judith Huirne

‘Een nationaal gezondheidsplan rondom vrouwengezondheid is nodig om de man-vrouwverschillen te verkleinen en carrièrekansen gelijk te stellen’ 

Velja Mijatovic,

hoogleraar Gynaecologie

INNOVATIE IN ENDOMETRIOSEZORG

Met de oprichting van Endometriose Groot Amsterdam, een samenwerking tussen Amsterdam UMC en het Flevoziekenhuis, wordt de zorg voor vrouwen met endometriose verbeterd. Velja Mijatovic, hoogleraar Gynaecologie en hoofd van het Endometriosecentrum Amsterdam UMC: “Endometriose is een complexe aandoening met grote impact. Het is tijd dat we dit serieus nemen en de zorg hierop afstemmen.”

In de samenwerking vormt het Flevoziekenhuis het eerste aanspreekpunt voor vrouwen met milde tot matige vormen van endometriose. Daar wordt de eerste diagnose gesteld en worden basisbehandelingen uitgevoerd, zoals hormonale en middelcomplexe operaties. Vrouwen met complexere problematiek zoals endometriose die meerdere organen aantast of kinderloosheid veroorzaakt, en vrouwen bij wie eerdere behandelingen hebben gefaald, worden doorverwezen naar het Endometriose Centrum Amsterdam UMC. Dit centrum heeft dus een duidelijke last-resortfunctie, met een team van onder andere gynaecologen, radiologen, urologen, darmchirurgen, longchirurgen en pijnspecialisten die samen multidisciplinaire operaties en geavanceerde behandelingen uitvoeren. “We moeten af van het idee dat endometrioseklachten er nu eenmaal bij horen,” benadrukt Mijatovic. “De gezondheidszorg is te lang gericht geweest op het mannelijke lichaam als norm. Het is tijd om vrouwen serieus te nemen en hen de juiste zorg te geven.” 

Virtual Reality

Naast gezamenlijke behandelingen ligt de kracht van de samenwerking in de ontwikkeling van innovatieve behandelmethoden. Zo wordt momenteel onderzocht of neuromodulatie, waarbij ruggenmergstimulatie wordt gebruikt om pijn te verminderen, effectief is voor vrouwen met ernstige en onbehandelbare pijnklachten. “De eerste resultaten zijn veelbelovend,” aldus Mijatovic. Ook het gebruik van Virtual Reality (VR) voor pijneducatie wordt onderzocht. Mijatovic: “We zien dat patiënten via VR beter leren omgaan met hun pijn, wat hun dagelijks functioneren verbetert. Door intensief samen te werken en kennis te delen met andere ziekenhuizen en huisartsen in de regio, hopen we bewustwording te vergroten, de wachttijden te verkorten en vrouwen sneller de juiste zorg te bieden. Zo kan veel leed voorkomen worden.”

Peter Bisschop,

hoogleraar Klinische endocrinologie 

JANUS • populair-wetenschappelijk tijdschrift

MenoPause

Om de gezondheid van vrouwen rond en na de overgang te verbeteren, startte afgelopen februari het MenoPause-consortium. Peter Bisschop, hoogleraar Klinische endocrinologie aan Amsterdam UMC en kartrekker van het project, heeft een duidelijk doel: “De overgang normaliseren, taboes doorbreken en zorgen dat elke vrouw de ondersteuning krijgt die ze nodig heeft om gezond te blijven.”

De overgang is een complexe periode die momenteel in Nederland ongeveer 1,6 miljoen vrouwen doormaken. Bijna 80 procent van hen ervaart opvliegers, waarvan een derde zo ernstig dat ze beperkt worden in het dagelijks functioneren. De helft van de vrouwen heeft last van slapeloosheid, wat werk en privéleven zwaar beïnvloedt. Bisschop: “Maar er gebeurt meer. De hormonale veranderingen versnellen bijvoorbeeld botverlies, wat op latere leeftijd botbreuken kan veroorzaken. Ook weten we dat de overgang de kans op hart- en vaatziekten en diabetes op latere leeftijd vergroot. Best heftig. Zeker omdat veel vrouwen zich niet bewust zijn van de veranderingen die de overgang met zich meebrengt. Daarom ben ik verheugd dat we met MenoPause een belangrijke stap kunnen zetten in het verbeteren van de gezondheid en levenskwaliteit van vrouwen in de overgang. Binnen dit samenwerkingsverband werken we vanuit verschillende achtergronden – onderzoekers, artsen, leefstijldeskundigen, werkgevers en vrouwen in de overgang – samen om menopauzeklachten te onderzoeken. We willen ze beter begrijpen, voorkómen, en effectievere behandelingen ontwikkelen.”

Opvliegers

Binnen MenoPause worden vrouwen met diverse achtergronden onderzocht om te achterhalen waarom de ene vrouw veel last heeft van klachten zoals opvliegers, terwijl de andere vrijwel geen symptomen ervaart. “We willen bovendien voorspellen welke vrouwen risico lopen op klachten zoals osteoporose of hart- en vaatziekten en hoe we hen kunnen helpen,” aldus Bisschop. “Vroegtijdige behandeling kan namelijk op latere leeftijd ernstigere gezondheidsproblemen voorkómen. We willen de onderzoeksresultaten terugkoppelen naar de samenleving en direct vertalen naar praktische toepassingen. Het is cruciaal dat de overgang uit de taboesfeer komt. We willen realiseren dat elke vrouw weet wat haar te wachten staat en welke opties ze heeft, of dat nu leefstijlinterventies zijn, medische behandelingen of andere vormen van ondersteuning.”