Eva Roos is arts-onderzoeker en patholoog
in opleiding bij Amsterdam UMC
Foto: Mark Horn
ngespannen kijken mijn supervisor en ik door de microscoop naar de tumor. Het is een rare. Misschien verbaast het u dat er zowel rare als niet-rare tumoren bestaan. Maar net zoals je excentrieke paradijsvogels en grijze muizen onder de mensen hebt, geldt dat ook voor tumoren. Het is de taak van de patholoog oog te hebben voor allebei. Toch vraagt de exotische variant het meest om onze aandacht.
“Weet je”, zegt mijn supervisor, “dit soort tumoren is dus net als Jennifer Lopez. En weet je waarom?” Ik schiet in de lach, maar weet het antwoord niet. “Don’t be fooled by the rocks that I got I’m still Jenny from the block”, zegt hij. Ik kijk hem vragend aan. Dan legt hij het uit. Tumoren zoals deze, waarvan niet duidelijk is waar ze op lijken en wat ze doen, zijn diep vanbinnen – als je naar hun genetisch materiaal kijkt – vaak nog steeds zoals de cel waar ze ooit uit voortkwamen. Als je er niet uitkomt, dan kan het daarom helpen om diep in de genen te kijken.
Het is een wonderlijke wereld, de wereld van de patholoog. Helaas is hij meestal niet zo toegankelijk voor derden.
Celbiologie is een grijs gebied, waarin het de taak van de patholoog is om ziektes in hokjes te plaatsen zodat de patiënt de juiste behandeling krijgt. Voor kanker is daar zelfs een bijbel voor: de WHO-classificatie. Hierin staan alle ‘diagnosehokjes’ uitgelegd. Die worden door pathologen bedacht en zijn gebaseerd op het beschikbare wetenschappelijke onderzoek.
Helaas heeft de biologie soms lak aan regels. Dan past een tumor in twee hokjes tegelijk of, nog erger, in geen enkel hokje. Dat is het moment suprême voor de patholoog, dan wordt alles uit de kast getrokken om toch een diagnose te kunnen stellen.
Voor klinische dokters is dit moment eerder ultiem frustrerend: “Hoe kan het dat jullie eerst A zeiden en nu B?”, klinkt het dan geïrriteerd. Meestal gevolgd door “en waarom duurt het zo lang voor jullie een diagnose hebben?”
Biology is king zei een wijze oncoloog ooit. De volgende keer dat een patholoog tijdens een overleg twijfelt over een diagnose en meer tijd nodig heeft, strijk dan over uw hart. Denk aan Jennifer Lopez. •
Eva Roos is arts-onderzoeker en patholoog
in opleiding bij Amsterdam UMC
Foto: Mark Horn
ngespannen kijken mijn supervisor en ik door de microscoop naar de tumor. Het is een rare. Misschien verbaast het u dat er zowel rare als niet-rare tumoren bestaan. Maar net zoals je excentrieke paradijsvogels en grijze muizen onder de mensen hebt, geldt dat ook voor tumoren. Het is de taak van de patholoog oog te hebben voor allebei. Toch vraagt de exotische variant het meest om onze aandacht.
“Weet je”, zegt mijn supervisor, “dit soort tumoren is dus net als Jennifer Lopez. En weet je waarom?” Ik schiet in de lach, maar weet het antwoord niet. “Don’t be fooled by the rocks that I got I’m still Jenny from the block”, zegt hij. Ik kijk hem vragend aan. Dan legt hij het uit. Tumoren zoals deze, waarvan niet duidelijk is waar ze op lijken en wat ze doen, zijn diep vanbinnen – als je naar hun genetisch materiaal kijkt – vaak nog steeds zoals de cel waar ze ooit uit voortkwamen. Als je er niet uitkomt, dan kan het daarom helpen om diep in de genen te kijken.
Het is een wonderlijke wereld, de wereld van de patholoog. Helaas is hij meestal niet zo toegankelijk voor derden.
Celbiologie is een grijs gebied, waarin het de taak van de patholoog is om ziektes in hokjes te plaatsen zodat de patiënt de juiste behandeling krijgt. Voor kanker is daar zelfs een bijbel voor: de WHO-classificatie. Hierin staan alle ‘diagnosehokjes’ uitgelegd. Die worden door pathologen bedacht en zijn gebaseerd op het beschikbare wetenschappelijke onderzoek.
Helaas heeft de biologie soms lak aan regels. Dan past een tumor in twee hokjes tegelijk of, nog erger, in geen enkel hokje. Dat is het moment suprême voor de patholoog, dan wordt alles uit de kast getrokken om toch een diagnose te kunnen stellen.
Voor klinische dokters is dit moment eerder ultiem frustrerend: “Hoe kan het dat jullie eerst A zeiden en nu B?”, klinkt het dan geïrriteerd. Meestal gevolgd door “en waarom duurt het zo lang voor jullie een diagnose hebben?”
Biology is king zei een wijze oncoloog ooit. De volgende keer dat een patholoog tijdens een overleg twijfelt over een diagnose en meer tijd nodig heeft, strijk dan over uw hart. Denk aan Jennifer Lopez. •