‘Als het veilig is de milt te sparen dan moeten we dat proberen’
Operatieoptie onderzocht
Tekst: Marc van den Broek • Foto: Mark Horn
Chirurgen verwijderen routinematig de milt tijdens een operatie voor linkszijdige alvleesklierkanker, maar de vraag is of dat altijd moet. De komende twee jaar onderzoekt Jony van Hilst, chirurg in opleiding, of de milt gespaard kan blijven. “Leven zonder milt kan”, zegt ze, “maar dat heeft gevolgen voor de afweer.”
Van Hilst ontving onlangs de driejaarlijkse researchprijs voor talentvolle onderzoekers van de Nederlandse Vereniging voor Gastro-enterologie (NVGE). Met 228.000 euro gaat ze onderzoek doen naar miltbesparing bij alvleesklierkanker. “Ik had niet verwacht de prijs te krijgen”, zegt de jonge chirurg in spe. Ze lacht: “Mijn voorganger was al bijna hoogleraar.”
Haar onderzoek richt zich op de operatie aan de staart van de alvleesklier (pancreas), die in de buurt van de milt zit. Van Hilst: “Bijna altijd verwijderen chirurgen dan ook de milt, omdat niet valt uit te sluiten dat daar lymfeklieruitzaaiingen zijn. Het grote nadeel daarvan is dat patiënten zonder milt meer kans hebben op ernstige infecties. Als het veilig is de milt te sparen dan moeten we dat proberen”, redeneert ze. Daar is nog een tweede argument voor: er is een potentiële nieuwe behandeling op komst voor deze slecht te behandelen vorm van kanker. “Een vaccin is een optie en deze therapie werkt mogelijk effectiever als de milt nog in het lichaam zit.”
Van Hilst gaat de verwijderde pancreasstaart en milt van ongeveer honderd patiënten uit meerdere internationale ziekenhuizen nauwgezet door pathologen laten onderzoeken op lymfeklieruitzaaiingen. Komt dat zelden voor, dan volgt er verder onderzoek naar het sparen van de milt. Van Hilst: “Op basis van loting wordt dan bij patiënten in de ene groep de milt wel verwijderd en in de andere groep niet. Dan kijken we naar de complicaties en de overleving op langere termijn.” •
Chirurgen verwijderen routinematig de milt tijdens een operatie voor linkszijdige alvleesklierkanker, maar de vraag is of dat altijd moet. De komende twee jaar onderzoekt Jony van Hilst, chirurg in opleiding, of de milt gespaard kan blijven. “Leven zonder milt kan”, zegt ze, “maar dat heeft gevolgen voor de afweer.”
Van Hilst ontving onlangs de driejaarlijkse researchprijs voor talentvolle onderzoekers van de Nederlandse Vereniging voor Gastro-enterologie (NVGE). Met 228.000 euro gaat ze onderzoek doen naar miltbesparing bij alvleesklierkanker. “Ik had niet verwacht de prijs te krijgen”, zegt de jonge chirurg in spe. Ze lacht: “Mijn voorganger was al bijna hoogleraar.”
Haar onderzoek richt zich op de operatie aan de staart van de alvleesklier (pancreas), die in de buurt van de milt zit. Van Hilst: “Bijna altijd verwijderen chirurgen dan ook de milt, omdat niet valt uit te sluiten dat daar lymfeklieruitzaaiingen zijn. Het grote nadeel daarvan is dat patiënten zonder milt meer kans hebben op ernstige infecties. Als het veilig is de milt te sparen dan moeten we dat proberen”, redeneert ze. Daar is nog een tweede argument voor: er is een potentiële nieuwe behandeling op komst voor deze slecht te behandelen vorm van kanker. “Een vaccin is een optie en deze therapie werkt mogelijk effectiever als de milt nog in het lichaam zit.”
Van Hilst gaat de verwijderde pancreasstaart en milt van ongeveer honderd patiënten uit meerdere internationale ziekenhuizen nauwgezet door pathologen laten onderzoeken op lymfeklieruitzaaiingen. Komt dat zelden voor, dan volgt er verder onderzoek naar het sparen van de milt. Van Hilst: “Op basis van loting wordt dan bij patiënten in de ene groep de milt wel verwijderd en in de andere groep niet. Dan kijken we naar de complicaties en de overleving op langere termijn.” •
‘Als het veilig is de milt te sparen dan moeten we dat proberen’
Tekst: Marc van den Broek • Foto: Mark Horn
Operatieoptie onderzocht