valorisatie

Arjen Brussaard

Van lab naar samenleving
valorisatie

Valorisatie is naast zorg, onderzoek en onderwijs een wettelijk voorgeschreven kerntaak van de umc’s. Amsterdam UMC heeft deze opdracht belegd bij de Amsterdam Valorisation Board en de ambitie is groot: “We willen ‘maatschappelijk impact maken’ in het DNA van de organisatie krijgen.”

Tekst: Jasper Enklaar    Foto's: Marieke de Lorijn

B

ij de term valorisatie denk je misschien als eerste aan patenten. Dat hoort er zeker ook bij, maar het is veel breder dan dat. En het maken van economische winst is hierin nooit ons doel geweest, eerder een instrument. Het gaat erom dat we als toonaangevende kennisinstelling maatschappelijke meerwaarde creëren.” Aan het woord is Arjen Brussaard, vice-decaan Valorisatie en voorzitter van de Amsterdam Valorisation Board. Alle umc’s hebben valorisatie als wettelijke taak, maar Amsterdam UMC heeft daar als eerste een vice-decaan voor aangesteld. Dat geeft al aan hoeveel belang de organisatie eraan hecht.

“Valorisatie kun je langs verschillende routes en via verschillende strategieën bereiken”, zegt Brussaard. De uitgangspunten van het valorisatiebeleid van Amsterdam UMC zijn in 2023 vastgelegd in een zogenaamd position paper. Inmiddels is er ook het Kompas Valorisatie 2024-2025, een instrument dat onderzoekers praktische tools biedt om hun resultaten te vertalen naar de praktijk en maatschappelijke impact te creëren.

Kwaku 

Een van de vier valorisatiestrategieën heet societal outreach: vanuit de wetenschap een bijdrage leveren aan het publieke debat en het maatschappelijke belang. Brussaard: “Dat is wat Tessa Roseboom, hoogleraar Vroege ontwikkeling en gezondheid, doet met de toepassing van de resultaten van haar studies in landelijk beleid. Ook de Amsterdam UMC-ers die op het Kwaku Summer Festival voorlichting geven over sikkelcelziekte, dragen zichtbaar actief bij aan de maatschappij.”

Een andere valorisatiestrategie is outside-in. Brussaard: “Stel: iemand heeft een medicijn ontdekt. Wij hebben toegang tot patiënten en kunnen goed klinische trials uitvoeren. In die samenwerking zijn onze academische setting en kennis van meerwaarde om het medicijn – hopelijk, uiteindelijk – ten goede te laten komen aan patiënten.”

‘Het gaat erom dat we als toonaangevende kennisinstelling maatschappelijke meerwaarde creëren’

Vaccin

Andersom kan ook: resultaten uit onderzoek dat bij Amsterdam UMC wordt gedaan, kunnen de basis vormen van een uitvinding, behandeling of dienst die ter beschikking wordt gesteld van de samenleving. Zelfs wereldwijd. Dat kan eventueel via een spin-off of in samenwerking met een bestaand bedrijf. Voorbeelden van deze inside-out-strategie zijn het voorspelmodel voor epilepsie (zie kader) en het vaccin tegen RS-virus. “Hoogleraar Celbiologie Hergen Spits van Amsterdam UMC stond aan de wieg ervan. Het vaccin is inmiddels goedgekeurd en opgenomen in de nationale richtlijnen, en gaat levens redden”, zegt Brussaard. 

Een vierde strategie is het aangaan van partnerships. “Zo werkt Amsterdam UMC bijvoorbeeld samen met het Leger des Heils in het Jeroen Pit Huis voor chronisch ernstig zieke kinderen en hun ouders.”

Prominent

De bedoeling is dat het aantal voorbeelden snel uitgebreid gaat worden nu valorisatie een veel prominentere plek heeft gekregen in de organisatie. “Op wetenschappelijke output doen wij het net zo goed als Cambridge of Oxford”, zegt Brussaard, “maar qua patentportfolio lopen we daar ver op achter. We moeten dus meer plantjes en stekjes kweken, om straks grote planten in onze tuin te hebben.”

De komende jaren moet het valorisatiebeleid verder invulling krijgen. “Dat is onze verantwoordelijkheid en onze maatschappelijke opdracht”, benadrukt Brussaard. “Valorisatie is onderdeel van de dagelijkse activiteiten van alle Amsterdam UMC-ers. We willen het in het DNA van de organisatie krijgen.” Er komt aandacht voor valorisatie in carrièreontwikkeling en er komen vaardigheidstrainingen. Valorisatieteams met business developers, impact developers, juristen en financiëel deskundigen gaan onderzoekers en clinici van de verschillende onderzoeksinstituten van Amsterdam UMC ondersteunen. “Het einddoel is dat elke medewerker al bij het begin van een project op het gebied van zorg, onderwijs of onderzoek denkt: hoe zou ik de meeste impact kunnen maken met wat we doen?”

Tessa Roseboom 

‘VEEL HONGER NAAR KENNIS BIJ BELEIDSMAKERS’

Tessa Roseboom zit niet alleen in het bestuur van de Amsterdam Valorisation Board, ze is zelf tegelijk een goed voorbeeld van valorisatie van wetenschap. De hoogleraar Vroege ontwikkeling en gezondheid houdt zich al jaren bezig met de vraag hoe mensen gevormd worden door de omgeving waarin ze opgroeien.

Dat begon met het inmiddels befaamde Hongerwinteronderzoek waarbij ze een cohort, geboren in de Hongerwinter van 1944/1945, tot op de dag van vandaag volgt. “Hoe meer ik daarover leerde”, vertelt Roseboom, “hoe meer ik dacht: als we dit allemaal weten, hoe kan het dan dat er zo weinig met die kennis wordt gedaan? Toen ik hoogleraar werd, heb ik nagedacht over mijn rol: is dat nog meer kennis vergaren of heb ik ook een verantwoordelijkheid in het vertalen van die kennis om daar iets mee te doen?”

Het eerste exemplaar van haar boek over het belang van de eerste 1.000 dagen overhandigde ze aan de toenmalige minister van VWS, Hugo de Jonge. De minister vroeg haar daarna om mee te denken over het beleid. “Er is bij beleidsmakers veel honger naar kennis”, zegt Roseboom. “Daar kunnen we als wetenschappers een belangrijke rol in spelen. Dat is waarom ik valorisatie zo belangrijk vind: niet om er meer geld mee te verdienen, maar om vanuit de wetenschap van waarde te zijn voor de maatschappij.”

Kansrijke start

Uit het contact met VWS is het programma Kansrijke Start voortgekomen, dat jaarlijks 23 miljoen euro investeert in de eerste 1.000 dagen van kinderen. Het geld gaat met name naar lokale ‘coalities’ in elke gemeente in Nederland. Daarin werken professionals uit het medische en het sociale domein samen. “Ik ben heel enthousiast over wat daar gebeurt”, zegt Roseboom, die ambassadeur van het programma is. “De afgelopen zes jaar ben ik bij alle lokale coalities in Nederland geweest. Het is heel mooi om te horen welke oplossingen er gevonden worden als ze eenmaal weten dat die eerste 1.000 dagen zo belangrijk zijn.”

Het programma Kansrijke Start is een goed voorbeeld van de societal outreach-strategie: vanuit de wetenschap een bijdrage leveren aan het publieke debat en het maatschappelijk belang. Tegelijk zegt Roseboom: “Ik denk dat alle valorisatiestrategieën belangrijk zijn. Bij valorisatie wordt vaak gedacht aan spin-off-bedrijven en patenten. Wat mij betreft gaat het vooral om: vanuit de wetenschap van waarde te zijn voor de patiënten van vandaag en morgen, en voor de maatschappij.”

United Nations

Ook als eerste Future Generations Commissioner draagt Roseboom daaraan bij. In die rol sprak ze onlangs bij de Verenigde Naties in New York op de Summit of the Future, waar de UN Declaration for Future Generations werd getekend. Daar deelde ze haar inzichten over de invloed van de omgeving op hoe mensen opgroeien. “Als we willen zorgen voor gezonde toekomstige generaties”, zegt ze, “dan moeten we nu zorgen voor een gezonde omgeving waarin die toekomstige generaties kunnen opgroeien. Dat betekent veel meer inzetten op preventie en ervoor zorgen dat mensen een eerlijke kans krijgen om in een gezonde en veilige omgeving op te groeien. Investeren in menselijk potentieel vanaf het allerprilste begin is vanuit humanitair en economisch perspectief de slimste investering die we kunnen doen. Bovendien, nu we ons steeds meer realiseren hoe de zorg bijdraagt aan klimaatverandering is het nog belangrijker om aan preventie te doen. Want herstellen wat eerder fout is gegaan, is altijd duurder en minder effectief dan voorkomen dat er problemen ontstaan.”

Jonathan Coutinho

Foto: Anita Edridge

Het video-interview met Jonathan Coutinho over dit onderzoek is te hier bekijken:

‘WEINIG EXTRA MOEITE, GROTE IMPACT’

Een voorspelmodel voor epilepsie dat wereldwijd kosteloos beschikbaar is. Volgens neuroloog en onderzoeker Jonathan Coutinho is dat “een mooi voorbeeld van hoe we zonder veel extra moeite de stap naar valorisatie hebben kunnen zetten.”

Onderzoekers uit 15 landen ontwikkelden onder leiding van Amsterdam UMC een manier om te voorspellen welke patiënten na een zeldzame cerebrale veneuze sinustrombose risico lopen op epilepsie.

“Sinustrombose is een vrij zeldzaam type beroerte”, vertelt Coutinho. In Nederland zijn er zo’n 250 nieuwe patiënten per jaar. In andere landen, met name in ontwikkelingslanden, komt het vaker voor. In de acute fase komen vaak epileptische aanvallen voor. Bij de meeste mensen gaat dat over, maar een op de tien ontwikkelt blijvende epilepsie. “Dat heeft een enorme impact, zeker als je jong bent. Tot nu toe was het niet mogelijk om te voorspellen welke patiënten het grootste risico hebben op het ontwikkelen van epilepsie na sinustrombose.”

Omdat de aandoening zeldzaam is, zocht Coutinho de samenwerking met internationale collega’s. Ze analyseerden de data van 2.000 patiënten. Op basis van die informatie ontwikkelden ze de DIAS3-score. “Hiermee kunnen we aangeven hoe groot het risico is dat een patiënt op de lange termijn epilepsie ontwikkelt.” Het model is direct voor alle zorgverleners wereldwijd online beschikbaar gesteld via de website van het International Cerebral Venous Thrombosis Consortium.

Een logische stap, vindt Coutinho. “Het model is ontwikkeld met publiek geld, dan moet het ook gewoon beschikbaar worden gesteld. Valorisatie betekent dat je niet alleen wetenschap bedrijft, maar ook meteen bedenkt hoe die wetenschap toegepast kan worden om de patiëntenzorg te verbeteren. Er is veel werk gaan zitten in het verzamelen en analyseren van de data. Dan is het kleine stukje om het model via een website beschikbaar te stellen misschien één procent extra aan tijdsinvestering.”

JANUS  •  populair-wetenschappelijk tijdschrift Amsterdam UMC 
valorisatie
Van lab naar samenleving

Valorisatie is naast zorg, onderzoek en onderwijs een wettelijk voorgeschreven kerntaak van de umc’s. Amsterdam UMC heeft deze opdracht belegd bij de Amsterdam Valorisation Board en de ambitie is groot: “We willen ‘maatschappelijk impact maken’ in het DNA van de organisatie krijgen.”

Tekst: Jasper Enklaar    Foto's: Marieke de Lorijn

B

ij de term valorisatie denk je misschien als eerste aan patenten. Dat hoort er zeker ook bij, maar het is veel breder dan dat. En het maken van economische winst is hierin nooit ons doel geweest, eerder een instrument. Het gaat erom dat we als toonaangevende kennisinstelling maatschappelijke meerwaarde creëren.” Aan het woord is Arjen Brussaard, vice-decaan Valorisatie en voorzitter van de Amsterdam Valorisation Board. Alle umc’s hebben valorisatie als wettelijke taak, maar Amsterdam UMC heeft daar als eerste een vice-decaan voor aangesteld. Dat geeft al aan hoeveel belang de organisatie eraan hecht.

“Valorisatie kun je langs verschillende routes en via verschillende strategieën bereiken”, zegt Brussaard. De uitgangspunten van het valorisatiebeleid van Amsterdam UMC zijn in 2023 vastgelegd in een zogenaamd position paper. Inmiddels is er ook het Kompas Valorisatie 2024-2025, een instrument dat onderzoekers praktische tools biedt om hun resultaten te vertalen naar de praktijk en maatschappelijke impact te creëren.

Kwaku 

Een van de vier valorisatiestrategieën heet societal outreach: vanuit de wetenschap een bijdrage leveren aan het publieke debat en het maatschappelijke belang. Brussaard: “Dat is wat Tessa Roseboom, hoogleraar Vroege ontwikkeling en gezondheid, doet met de toepassing van de resultaten van haar studies in landelijk beleid. Ook de Amsterdam UMC-ers die op het Kwaku Summer Festival voorlichting geven over sikkelcelziekte, dragen zichtbaar actief bij aan de maatschappij.”

Een andere valorisatiestrategie is outside-in. Brussaard: “Stel: iemand heeft een medicijn ontdekt. Wij hebben toegang tot patiënten en kunnen goed klinische trials uitvoeren. In die samenwerking zijn onze academische setting en kennis van meerwaarde om het medicijn – hopelijk, uiteindelijk – ten goede te laten komen aan patiënten.”

‘Het gaat erom dat we als toonaangevende kennisinstelling maatschappelijke meerwaarde creëren’

Vaccin

Andersom kan ook: resultaten uit onderzoek dat bij Amsterdam UMC wordt gedaan, kunnen de basis vormen van een uitvinding, behandeling of dienst die ter beschikking wordt gesteld van de samenleving. Zelfs wereldwijd. Dat kan eventueel via een spin-off of in samenwerking met een bestaand bedrijf. Voorbeelden van deze inside-out-strategie zijn het voorspelmodel voor epilepsie (zie kader) en het vaccin tegen RS-virus. “Hoogleraar Celbiologie Hergen Spits van Amsterdam UMC stond aan de wieg ervan. Het vaccin is inmiddels goedgekeurd en opgenomen in de nationale richtlijnen, en gaat levens redden”, zegt Brussaard. 

Een vierde strategie is het aangaan van partnerships. “Zo werkt Amsterdam UMC bijvoorbeeld samen met het Leger des Heils in het Jeroen Pit Huis voor chronisch ernstig zieke kinderen en hun ouders.”

Prominent

De bedoeling is dat het aantal voorbeelden snel uitgebreid gaat worden nu valorisatie een veel prominentere plek heeft gekregen in de organisatie. “Op wetenschappelijke output doen wij het net zo goed als Cambridge of Oxford”, zegt Brussaard, “maar qua patentportfolio lopen we daar ver op achter. We moeten dus meer plantjes en stekjes kweken, om straks grote planten in onze tuin te hebben.”

De komende jaren moet het valorisatiebeleid verder invulling krijgen. “Dat is onze verantwoordelijkheid en onze maatschappelijke opdracht”, benadrukt Brussaard. “Valorisatie is onderdeel van de dagelijkse activiteiten van alle Amsterdam UMC-ers. We willen het in het DNA van de organisatie krijgen.” Er komt aandacht voor valorisatie in carrièreontwikkeling en er komen vaardigheidstrainingen. Valorisatieteams met business developers, impact developers, juristen en financiëel deskundigen gaan onderzoekers en clinici van de verschillende onderzoeksinstituten van Amsterdam UMC ondersteunen. “Het einddoel is dat elke medewerker al bij het begin van een project op het gebied van zorg, onderwijs of onderzoek denkt: hoe zou ik de meeste impact kunnen maken met wat we doen?”

valorisatie

Tessa Roseboom 

‘VEEL HONGER NAAR KENNIS BIJ BELEIDSMAKERS’

Tessa Roseboom zit niet alleen in het bestuur van de Amsterdam Valorisation Board, ze is zelf tegelijk een goed voorbeeld van valorisatie van wetenschap. De hoogleraar Vroege ontwikkeling en gezondheid houdt zich al jaren bezig met de vraag hoe mensen gevormd worden door de omgeving waarin ze opgroeien.

Dat begon met het inmiddels befaamde Hongerwinteronderzoek waarbij ze een cohort, geboren in de Hongerwinter van 1944/1945, tot op de dag van vandaag volgt. “Hoe meer ik daarover leerde”, vertelt Roseboom, “hoe meer ik dacht: als we dit allemaal weten, hoe kan het dan dat er zo weinig met die kennis wordt gedaan? Toen ik hoogleraar werd, heb ik nagedacht over mijn rol: is dat nog meer kennis vergaren of heb ik ook een verantwoordelijkheid in het vertalen van die kennis om daar iets mee te doen?”

Het eerste exemplaar van haar boek over het belang van de eerste 1.000 dagen overhandigde ze aan de toenmalige minister van VWS, Hugo de Jonge. De minister vroeg haar daarna om mee te denken over het beleid. “Er is bij beleidsmakers veel honger naar kennis”, zegt Roseboom. “Daar kunnen we als wetenschappers een belangrijke rol in spelen. Dat is waarom ik valorisatie zo belangrijk vind: niet om er meer geld mee te verdienen, maar om vanuit de wetenschap van waarde te zijn voor de maatschappij.”

Kansrijke start

Uit het contact met VWS is het programma Kansrijke Start voortgekomen, dat jaarlijks 23 miljoen euro investeert in de eerste 1.000 dagen van kinderen. Het geld gaat met name naar lokale ‘coalities’ in elke gemeente in Nederland. Daarin werken professionals uit het medische en het sociale domein samen. “Ik ben heel enthousiast over wat daar gebeurt”, zegt Roseboom, die ambassadeur van het programma is. “De afgelopen zes jaar ben ik bij alle lokale coalities in Nederland geweest. Het is heel mooi om te horen welke oplossingen er gevonden worden als ze eenmaal weten dat die eerste 1.000 dagen zo belangrijk zijn.”

Het programma Kansrijke Start is een goed voorbeeld van de societal outreach-strategie: vanuit de wetenschap een bijdrage leveren aan het publieke debat en het maatschappelijk belang. Tegelijk zegt Roseboom: “Ik denk dat alle valorisatiestrategieën belangrijk zijn. Bij valorisatie wordt vaak gedacht aan spin-off-bedrijven en patenten. Wat mij betreft gaat het vooral om: vanuit de wetenschap van waarde te zijn voor de patiënten van vandaag en morgen, en voor de maatschappij.”

United Nations

Ook als eerste Future Generations Commissioner draagt Roseboom daaraan bij. In die rol sprak ze onlangs bij de Verenigde Naties in New York op de Summit of the Future, waar de UN Declaration for Future Generations werd getekend. Daar deelde ze haar inzichten over de invloed van de omgeving op hoe mensen opgroeien. “Als we willen zorgen voor gezonde toekomstige generaties”, zegt ze, “dan moeten we nu zorgen voor een gezonde omgeving waarin die toekomstige generaties kunnen opgroeien. Dat betekent veel meer inzetten op preventie en ervoor zorgen dat mensen een eerlijke kans krijgen om in een gezonde en veilige omgeving op te groeien. Investeren in menselijk potentieel vanaf het allerprilste begin is vanuit humanitair en economisch perspectief de slimste investering die we kunnen doen. Bovendien, nu we ons steeds meer realiseren hoe de zorg bijdraagt aan klimaatverandering is het nog belangrijker om aan preventie te doen. Want herstellen wat eerder fout is gegaan, is altijd duurder en minder effectief dan voorkomen dat er problemen ontstaan.”

Of je legt neer: meer hittegolven leiden tot grotere sterfte aan hart- en vaatziekten omdat mensen de hitte niet aankunnen. 

Vooraf staat niet vast welk uitgangspunt je neemt, of wat daarvan de consequenties zijn voor PH. Timmermans: “Hoe je de kaarten legt, mag je zelf weten. Maar je moet wel kunnen uitleggen aan je medestudenten wat je bedoelt, welke keuzes je maakt.”

De serious game wordt met de studenten geëvalueerd. Timmermans: “Gebruikers beoor­delen het als goed tot heel goed. Ze zeggen dat ze nieuwe dingen hebben geleerd: over de complexiteit van de materie en verbanden tussen de elementen die er een rol in spelen.”

Jonathan Coutinho

Foto: Anita Edridge

Het video-interview met Jonathan Coutinho over dit onderzoek is te hier bekijken:

‘WEINIG EXTRA MOEITE, GROTE IMPACT’

Een voorspelmodel voor epilepsie dat wereldwijd kosteloos beschikbaar is. Volgens neuroloog en onderzoeker Jonathan Coutinho is dat “een mooi voorbeeld van hoe we zonder veel extra moeite de stap naar valorisatie hebben kunnen zetten.”

Onderzoekers uit 15 landen ontwikkelden onder leiding van Amsterdam UMC een manier om te voorspellen welke patiënten na een zeldzame cerebrale veneuze sinustrombose risico lopen op epilepsie.

“Sinustrombose is een vrij zeldzaam type beroerte”, vertelt Coutinho. In Nederland zijn er zo’n 250 nieuwe patiënten per jaar. In andere landen, met name in ontwikkelingslanden, komt het vaker voor. In de acute fase komen vaak epileptische aanvallen voor. Bij de meeste mensen gaat dat over, maar een op de tien ontwikkelt blijvende epilepsie. “Dat heeft een enorme impact, zeker als je jong bent. Tot nu toe was het niet mogelijk om te voorspellen welke patiënten het grootste risico hebben op het ontwikkelen van epilepsie na sinustrombose.”

Omdat de aandoening zeldzaam is, zocht Coutinho de samenwerking met internationale collega’s. Ze analyseerden de data van 2.000 patiënten. Op basis van die informatie ontwikkelden ze de DIAS3-score. “Hiermee kunnen we aangeven hoe groot het risico is dat een patiënt op de lange termijn epilepsie ontwikkelt.” Het model is direct voor alle zorgverleners wereldwijd online beschikbaar gesteld via de website van het International Cerebral Venous Thrombosis Consortium.

Een logische stap, vindt Coutinho. “Het model is ontwikkeld met publiek geld, dan moet het ook gewoon beschikbaar worden gesteld. Valorisatie betekent dat je niet alleen wetenschap bedrijft, maar ook meteen bedenkt hoe die wetenschap toegepast kan worden om de patiëntenzorg te verbeteren. Er is veel werk gaan zitten in het verzamelen en analyseren van de data. Dan is het kleine stukje om het model via een website beschikbaar te stellen misschien één procent extra aan tijdsinvestering.”

JANUS • populair-wetenschappelijk tijdschrift