gezichtspunt 
Het zwaard van de H-index

Eva Roos is arts-onderzoeker en patholoog

in opleiding bij Amsterdam UMC

Foto: Mark Horn

M

oedeloos kijk ik naar de knipperende cursor op mijn witte scherm. Ik zit in een café en ik zit volledig, finaal vast. Ik krijg niks maar dan ook niks op papier. Een paar nachten een zieke baby met bijkomend slaapgebrek en mijn hoofd is galmend leeg. Vijf dubbele cappuccino’s en inspirerende podcasts ten spijt...

“Het is zo fijn en tegelijkertijd zo’n kwelling om voor een wit doek te staan”, zei de schilder Paul Cézanne (1839-1906). Dat is niet alleen voorbehouden aan briljante schilders. Ook schrijvers en beeldhouwers zitten op sommige dagen met de handen in het haar naar hun lege schrift of granieten blok te staren. Maar buiten de schone kunsten reiken de tentakels van afwezige inspiratie ook tot in het ziekenhuis. 

De druk om te leveren is ook academici niet vreemd. Van professor tot promovendus geldt “not to publish is to parish”. De hoeveelheid artikelen en hoe vaak ze geciteerd worden – de zogenaamde H-index – bepalen het succes van een academische carrière en het succes van de afdeling. Maar af en toe is het niet anders: dan is het hoofd leeg en staat de cursor stil. Hoeveel fascinerende uithoeken van het lichaam er ook zijn, hoeveel onopgeloste ziekten en onverklaarde pathways; de creatieve geest heeft er even volledig de brui aan gegeven. 

Het vreemde of bewonderenswaardige aan de mens is zijn koppige vermogen om cerebraal te willen afdwingen wat op dat moment niet mogelijk is. Nog een dubbele espresso, ’s avonds nog een keer de laptop open, in de hoop het brein met dreigementen weer in het gareel te krijgen. Maar dat is het nou juist: het creatieve brein is als een egel. Als je het een por geeft met een stok, rolt het zich op en prik je je aan de stekels. 

Barrios en Singer, psychologen, deden in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw onderzoek naar writer’s block en hoe die te verhelpen. Het advies: lok je stekelige brein met iets creatiefs, zoals muziek luisteren, uit de tent. 

Dus als het even niet wil lukken en de cursor u verwijtend toe blijft knipperen op het lege scherm: ga frisbeeën met uw hond, maak een tekening met uw kind of ga een uurtje met muziek in de oren naar de wolken kijken in het gras. Dan is uw brein er zo weer bovenop. 

JANUS  •  populair-wetenschappelijk tijdschrift Amsterdam UMC 

Eva Roos is arts-onderzoeker en patholoog

in opleiding bij Amsterdam UMC

Foto: Mark Horn

JANUS • populair-wetenschappelijk tijdschrift
gezichtspunt 
Het zwaard van de H-index
M

oedeloos kijk ik naar de knipperende cursor op mijn witte scherm. Ik zit in een café en ik zit volledig, finaal vast. Ik krijg niks maar dan ook niks op papier. Een paar nachten een zieke baby met bijkomend slaapgebrek en mijn hoofd is galmend leeg. Vijf dubbele cappuccino’s en inspirerende podcasts ten spijt...

“Het is zo fijn en tegelijkertijd zo’n kwelling om voor een wit doek te staan”, zei de schilder Paul Cézanne (1839-1906). Dat is niet alleen voorbehouden aan briljante schilders. Ook schrijvers en beeldhouwers zitten op sommige dagen met de handen in het haar naar hun lege schrift of granieten blok te staren. Maar buiten de schone kunsten reiken de tentakels van afwezige inspiratie ook tot in het ziekenhuis. 

De druk om te leveren is ook academici niet vreemd. Van professor tot promovendus geldt “not to publish is to parish”. De hoeveelheid artikelen en hoe vaak ze geciteerd worden – de zogenaamde H-index – bepalen het succes van een academische carrière en het succes van de afdeling. Maar af en toe is het niet anders: dan is het hoofd leeg en staat de cursor stil. Hoeveel fascinerende uithoeken van het lichaam er ook zijn, hoeveel onopgeloste ziekten en onverklaarde pathways; de creatieve geest heeft er even volledig de brui aan gegeven. 

Het vreemde of bewonderenswaardige aan de mens is zijn koppige vermogen om cerebraal te willen afdwingen wat op dat moment niet mogelijk is. Nog een dubbele espresso, ’s avonds nog een keer de laptop open, in de hoop het brein met dreigementen weer in het gareel te krijgen. Maar dat is het nou juist: het creatieve brein is als een egel. Als je het een por geeft met een stok, rolt het zich op en prik je je aan de stekels. 

Barrios en Singer, psychologen, deden in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw onderzoek naar writer’s block en hoe die te verhelpen. Het advies: lok je stekelige brein met iets creatiefs, zoals muziek luisteren, uit de tent. 

Dus als het even niet wil lukken en de cursor u verwijtend toe blijft knipperen op het lege scherm: ga frisbeeën met uw hond, maak een tekening met uw kind of ga een uurtje met muziek in de oren naar de wolken kijken in het gras. Dan is uw brein er zo weer bovenop.