holomicrobioom instituut
Microbioom
in de hoofdrol
Max Nieuwdorp en Hilde Herrema
holomicrobioom instituut

Met een subsidie van 200 miljoen voor de komende 10 jaar uit het Nationaal Groeifonds gaat het Holomicrobioom Instituut op zoek naar praktische kennis over microben, voor mens, dier en milieu. “Wereldwijd is dit een uniek verhaal”, benadrukken de initiatiefnemers.

Tekst: Rob Buiter Foto: Mark Horn

'W

ij zijn ons microbioom’. Zo zou je de centrale gedachte achter het nieuwe Holomicrobioom Instituut misschien het makkelijkst kunnen samenvatten. Andere onderzoekers hebben in het verleden ons brein of onze hormonen als centrale regisseurs van doen en laten, en van ziekte en gezondheid, op de kaart willen zetten. Nu raken steeds meer wetenschappers doordrongen van de centrale rol van bacteriën, schimmels en virussen. En niet alleen in de gezondheid en ziekten van de mens spelen microben een hoofdrol. Voor dieren geldt dat net zo hard, net als voor het hele milieu.

Start-ups

Het was die notie die Marten Smidt, hoogleraar Neurowetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam, twee jaar terug op het idee bracht om alle Nederlandse wetenschappers die zich bezighouden met dit thema te verenigen in één instituut: een Holomicrobioom Instituut. Mede onder leiding van universitair hoofddocent Hilde Herrema, namens Amsterdam UMC één van de kwartiermakers, heeft dit Holomicrobioom Instituut onlangs een subsidie van 200 miljoen euro in de wacht gesleept van het Nationaal Groeifonds. Daarnaast investeren de deelnemende partners zelf ook 150 miljoen.

“Aan vrijwel alle universiteiten en ook bij heel veel andere instituten en bedrijven wordt onderzoek gedaan naar het microbioom van mens, dier en milieu”, zegt Max Nieuwdorp. Hij is hoogleraar Inwendige geneeskunde, in het bijzonder diabetes mellitus, aan Amsterdam UMC en een van de trekkers van het Holomicrobioom Instituut. “Na een eerder vergeefs initiatief van Barack Obama in de VS is dit wereldwijd de eerste keer dat de krachten op zo’n schaal worden gebundeld.”

Zoals het de initiatieven die geld krijgen uit het Nationaal Groeifonds betaamt, zal er een sterke focus liggen op de toepasbaarheid van de kennis die wordt gegenereerd. “Dit fonds is dus niet primair bedoeld voor fundamentele wetenschap op het gebied van het microbioom”, aldus Nieuwdorp. “Het is echt de bedoeling dat hier concrete start-ups uit gaan ontstaan. Bedrijven dus, die met deze kennis de markt op gaan om producten te lanceren voor mens, dier en milieu.”

“De potentiële toepassingen van die producten zijn bijna eindeloos”, vult Herrema aan. “Microben spelen een hoofdrol in veel grote maatschappelijke problemen. Dan kun je denken aan de toenemende resistentie van bacteriën tegen antimicrobiële middelen, maar ook aan de uitstoot van het broeikasgas methaan of van stikstof uit de landbouw.”

Tegelijk waarschuwt Herrema dat toepassingen op het gebied van de humane gezondheid ook een lange adem vergen van de onderzoekers en de betrokken bedrijven. “Voor je een product op de markt kan brengen waarmee je het microbioom van patiënten wilt aanpassen, ben je vele jaren verder. Met die bril bekeken is 200 miljoen voor 10 jaar en voor tientallen instituten, instellingen en bedrijven niet eens veel geld.” 

Bescheiden

De subsidie van het Groeifonds wordt in twee stukken verdeeld. De eerste 5 jaar wordt 60 miljoen beschikbaar gesteld. Pas wanneer daar hoopvolle resultaten uit rollen, wordt het volgende bedrag van 140 miljoen uitgekeerd voor de tweede periode van 5 jaar. 

Voor de eerste periode vestigt Herrema haar hoop onder andere op producten die specifieke bacteriën kunnen stimuleren of juist remmen. “Bacteriën scheiden stoffen uit waarmee ze concurrerende bacteriën kunnen remmen. Als we die stoffen kunnen identificeren en isoleren, zouden we daarmee misschien het microbioom kunnen beïnvloeden. Daarmee zou je misschien ook kunnen ingrijpen bij ziekten of zelfs nieuwe antimicrobiële therapieën kunnen ontwerpen. Buiten het menselijk lichaam zou je bijvoorbeeld kunnen denken aan andere manieren om plagen te bestrijden in de landbouw. Nu gebruiken we daarvoor nog heel veel pesticiden waarmee we het microbioom van het milieu flink op zijn kop kunnen zetten.”

Ook Nieuwdorp ziet dat het toepassen van kennis over het microbioom in de geneeskunde een kwestie is van een heel lange adem. “Jaren terug hebben we al een stof ontdekt, 6-bromotryptofaan, waarmee we het optreden van autoimmuunziekten langs microbiële weg mogelijk kunnen beïnvloeden. Vier jaar later hebben we net de eerste fase I-studies met deze stof afgerond. Zo baanbrekend als dit brede instituut is, zo bescheiden moeten we zijn in de ambities over de producten die we op het gebied van de humane gezondheid op de markt kunnen brengen. Als we aan het eind van de 10 jaar een handjevol kansrijke initiatieven naar de markt kunnen brengen, zou dat al heel mooi zijn.”

Naast enkele potentiële concrete medicijnen verwacht Nieuwdorp ook veel van de voorlichting van het brede publiek over het microbioom. “Het zou geweldig zijn wanneer dit nieuwe instituut met een platform komt waar iedereen kennis kan vinden over het belang van het microbioom voor onze brede gezondheid en over de manieren waarop we dat microbioom, bijvoorbeeld via ons dieet, kunnen sturen.”

Ook Europese subsidie voor onderzoek naar darmbacteriën

Hoogleraar Inwendige geneeskunde Max Nieuwdorp heeft ook een persoonlijke beurs van 2,5 miljoen euro gekregen van Europa, een zogeheten ERC Advanced Grant. “Die beurs heeft een sterk raakvlak met het onderzoek in het Holomicro­bioom Instituut”, zo licht Nieuwdorp toe. “Met die beurs ga ik onderzoek doen naar de rol van bacteriën in de productie van alcohol in de darm. We eten met z’n allen te veel suikers en bij sommigen zorgt dat voor de inwendige productie van alcohol in de darm, wat vervolgens weer leverproblemen kan veroorzaken. Met de ERC Advanced Grant wil ik beschikbare data uit de verschillende Nederlandse onderzoekscohorten op het gebied van het microbioom samenvoegen, om zo hopelijk de bacteriën te identificeren die voor de alcoholproductie of juist voor de remming daarvan verantwoordelijk zijn. Met een sterke focus op de toepasbaarheid, zou het zomaar kunnen dat door het Holomicrobioom Instituut vervolgens ook stoffen of bacteriën worden gevonden die deze productie zouden kunnen beïnvloeden.”

JANUS  •  populair-wetenschappelijk tijdschrift Amsterdam UMC 
holomicrobioom instituut
Microbioom
in de hoofdrol
holomicrobioom instituut

Met een subsidie van 200 miljoen voor de komende 10 jaar uit het Nationaal Groeifonds gaat het Holomicrobioom Instituut op zoek naar praktische kennis over microben, voor mens, dier en milieu. “Wereldwijd is dit een uniek verhaal”, benadrukken de initiatiefnemers.

Tekst: Rob Buiter Foto: Mark Horn

'W

ij zijn ons microbioom’. Zo zou je de centrale gedachte achter het nieuwe Holomicrobioom Instituut misschien het makkelijkst kunnen samenvatten. Andere onderzoekers hebben in het verleden ons brein of onze hormonen als centrale regisseurs van doen en laten, en van ziekte en gezondheid, op de kaart willen zetten. Nu raken steeds meer wetenschappers doordrongen van de centrale rol van bacteriën, schimmels en virussen. En niet alleen in de gezondheid en ziekten van de mens spelen microben een hoofdrol. Voor dieren geldt dat net zo hard, net als voor het hele milieu.

Start-ups

Het was die notie die Marten Smidt, hoogleraar Neurowetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam, twee jaar terug op het idee bracht om alle Nederlandse wetenschappers die zich bezighouden met dit thema te verenigen in één instituut: een Holomicrobioom Instituut. Mede onder leiding van universitair hoofddocent Hilde Herrema, namens Amsterdam UMC één van de kwartiermakers, heeft dit Holomicrobioom Instituut onlangs een subsidie van 200 miljoen euro in de wacht gesleept van het Nationaal Groeifonds. Daarnaast investeren de deelnemende partners zelf ook 150 miljoen.

“Aan vrijwel alle universiteiten en ook bij heel veel andere instituten en bedrijven wordt onderzoek gedaan naar het microbioom van mens, dier en milieu”, zegt Max Nieuwdorp. Hij is hoogleraar Inwendige geneeskunde, in het bijzonder diabetes mellitus, aan Amsterdam UMC en een van de trekkers van het Holomicrobioom Instituut. “Na een eerder vergeefs initiatief van Barack Obama in de VS is dit wereldwijd de eerste keer dat de krachten op zo’n schaal worden gebundeld.”

Zoals het de initiatieven die geld krijgen uit het Nationaal Groeifonds betaamt, zal er een sterke focus liggen op de toepasbaarheid van de kennis die wordt gegenereerd. “Dit fonds is dus niet primair bedoeld voor fundamentele wetenschap op het gebied van het microbioom”, aldus Nieuwdorp. “Het is echt de bedoeling dat hier concrete start-ups uit gaan ontstaan. Bedrijven dus, die met deze kennis de markt op gaan om producten te lanceren voor mens, dier en milieu.”

“De potentiële toepassingen van die producten zijn bijna eindeloos”, vult Herrema aan. “Microben spelen een hoofdrol in veel grote maatschappelijke problemen. Dan kun je denken aan de toenemende resistentie van bacteriën tegen antimicrobiële middelen, maar ook aan de uitstoot van het broeikasgas methaan of van stikstof uit de landbouw.”

Tegelijk waarschuwt Herrema dat toepassingen op het gebied van de humane gezondheid ook een lange adem vergen van de onderzoekers en de betrokken bedrijven. “Voor je een product op de markt kan brengen waarmee je het microbioom van patiënten wilt aanpassen, ben je vele jaren verder. Met die bril bekeken is 200 miljoen voor 10 jaar en voor tientallen instituten, instellingen en bedrijven niet eens veel geld.” 

Bescheiden

De subsidie van het Groeifonds wordt in twee stukken verdeeld. De eerste 5 jaar wordt 60 miljoen beschikbaar gesteld. Pas wanneer daar hoopvolle resultaten uit rollen, wordt het volgende bedrag van 140 miljoen uitgekeerd voor de tweede periode van 5 jaar. 

Voor de eerste periode vestigt Herrema haar hoop onder andere op producten die specifieke bacteriën kunnen stimuleren of juist remmen. “Bacteriën scheiden stoffen uit waarmee ze concurrerende bacteriën kunnen remmen. Als we die stoffen kunnen identificeren en isoleren, zouden we daarmee misschien het microbioom kunnen beïnvloeden. Daarmee zou je misschien ook kunnen ingrijpen bij ziekten of zelfs nieuwe antimicrobiële therapieën kunnen ontwerpen. Buiten het menselijk lichaam zou je bijvoorbeeld kunnen denken aan andere manieren om plagen te bestrijden in de landbouw. Nu gebruiken we daarvoor nog heel veel pesticiden waarmee we het microbioom van het milieu flink op zijn kop kunnen zetten.”

Ook Nieuwdorp ziet dat het toepassen van kennis over het microbioom in de geneeskunde een kwestie is van een heel lange adem. “Jaren terug hebben we al een stof ontdekt, 6-bromotryptofaan, waarmee we het optreden van autoimmuunziekten langs microbiële weg mogelijk kunnen beïnvloeden. Vier jaar later hebben we net de eerste fase I-studies met deze stof afgerond. Zo baanbrekend als dit brede instituut is, zo bescheiden moeten we zijn in de ambities over de producten die we op het gebied van de humane gezondheid op de markt kunnen brengen. Als we aan het eind van de 10 jaar een handjevol kansrijke initiatieven naar de markt kunnen brengen, zou dat al heel mooi zijn.”

Naast enkele potentiële concrete medicijnen verwacht Nieuwdorp ook veel van de voorlichting van het brede publiek over het microbioom. “Het zou geweldig zijn wanneer dit nieuwe instituut met een platform komt waar iedereen kennis kan vinden over het belang van het microbioom voor onze brede gezondheid en over de manieren waarop we dat microbioom, bijvoorbeeld via ons dieet, kunnen sturen.”

Ook Europese subsidie voor onderzoek naar darmbacteriën

Hoogleraar Inwendige geneeskunde Max Nieuwdorp heeft ook een persoonlijke beurs van 2,5 miljoen euro gekregen van Europa, een zogeheten ERC Advanced Grant. “Die beurs heeft een sterk raakvlak met het onderzoek in het Holomicro­bioom Instituut”, zo licht Nieuwdorp toe. “Met die beurs ga ik onderzoek doen naar de rol van bacteriën in de productie van alcohol in de darm. We eten met z’n allen te veel suikers en bij sommigen zorgt dat voor de inwendige productie van alcohol in de darm, wat vervolgens weer leverproblemen kan veroorzaken. Met de ERC Advanced Grant wil ik beschikbare data uit de verschillende Nederlandse onderzoekscohorten op het gebied van het microbioom samenvoegen, om zo hopelijk de bacteriën te identificeren die voor de alcoholproductie of juist voor de remming daarvan verantwoordelijk zijn. Met een sterke focus op de toepasbaarheid, zou het zomaar kunnen dat door het Holomicrobioom Instituut vervolgens ook stoffen of bacteriën worden gevonden die deze productie zouden kunnen beïnvloeden.”

JANUS • populair-wetenschappelijk tijdschrift